Berichten
Casuistiek
Regels
Gegevens
Processen
Bedrijfsregels
Condities
Constraints
Invulinstructies
Technische regels
Uitgangspunten
iJw 3.1
Object
Documentatie
Wordt gebruikt in
Referentieregel
IV002: Hoe om te gaan met de adressering indien er
sprake is van een organisatie?
Alleen vullen indien client en/of relatie client in
instelling verblijft.
JW301, WMO301
IV002-ref
IV007: Hoe wordt de naam van een client of relatie
vastgelegd?`
Van een client of relatie worden de achternaam,
voorvoegsel en voornamen en/of voorletters
gescheiden vastgelegd. Voor het vastleggen van de
VolledigeNaam van een client geldt het volgende
format:
* De Geslachtsnaam wordt altijd vastgelegd. Deze
bestaat uit de Naam en eventueel een Voorvoegsel;
* De Partnernaam kan worden vastgelegd. Ook deze
bestaat uit de Naam en eventueel een Voorvoegsel;
* Voornamen kunnen worden vastgelegd, gescheiden
door spaties;
* Voorletters kunnen worden vastgelegd,
aaneengesloten, zonder punten of spaties;
* NaamGebruik geeft de gewenste aanspreekvorm
aan. Hiermee wordt bij correspondentie de volgorde
bepaald in het gebruik van de geslachtsnaam en de
naam van de partner. Het vullen van NaamGebruik
hangt dus af van hoe de client of relatie zijn/haar
naam hanteert.
JW301, WMO301
IV007-ref
IV008: Hoe moet worden omgegaan met correcties
van de regieberichten?
Voor de regieberichten (start- en stopbericht) bestaat
de mogelijkheid om eerder verstuurde berichtklassen
te corrigeren. Hiervoor wordt eerst de betreffende
berichtklasse verwijderd en wordt vervolgens
(eventueel) een nieuwe berichtklasse verstuurd.
Om aan te geven dat een berichtklasse dient te
worden verwijderd wordt StatusAanlevering van de
betreffende berichtklasse gevuld met de waarde 3
(verwijderen). De te verwijderen berichtklasse wordt
geidentificeerd door de logische sleutel van de
klasse.
Eventueel kan in hetzelfde bericht ook de
vervangende berichtklasse worden aangeleverd; in
deze berichtklasse wordt StatusAanlevering gevuld
met de waarde 1 (eerste aanlevering).
Of de vervangende berichtklasse kan worden
aangeleverd in hetzelfde bericht of dat een nieuw
bericht nodig is, is afhankelijk van het berichtelement
dat gecorrigeerd moet worden. Dat heeft te maken
met de logische sleutels:
1. Het te corrigeren berichtelement is onderdeel van
de logische sleutel: de correctie kan in hetzelfde
bericht worden doorgegeven. Beide berichtklassen
hebben een unieke logische sleutel.
2. Het te corrigeren berichtelement is geen onderdeel
van de logische sleutel: de correctie moet in een
apart bericht worden doorgegeven. De gecorrigeerde
en de originele berichtklasse hebben dezelfde
logische sleutel. Binnen een (1) bericht wordt hierop
afgekeurd omdat de software dit interpreteert als dat
er twee keer dezelfde berichtklasse is opgenomen.
Uiteraard moet worden voorkomen dat een nieuwe
aanlevering eerder wordt verwerkt dan de correctie
(verwijdering). Het is daarom te adviseren om waar
mogelijk de correctie (verwijdering) en nieuwe
aanlevering in hetzelfde bericht op te nemen.
JW305, JW307, WMO305, WMO307
IV008-ref
IV009: Hoe moet worden omgegaan met een
geboortedatum?
Wanneer de Geboortedatum niet volledig of
onbekend is, dan wordt het deel dat wel bekend is
gebruikt en wordt voor de overige delen de waarde 01
(dag en maand) of 1900 (jaar) gebruikt. Het element
DatumGebruik geeft aan welk deel van de datum
bekend is en dus te gebruiken.
Voorbeelden:
* Een volledig onbekende geboortedatum wordt 01-
01-1900
* Is alleen bekend dat de geboorte in 1953 was, dan
wordt de geboortedatum 01-01-1953
* Is alleen bekend dat de geboorte in september 1949
was, dan wordt de geboortedatum 01-09-1949
CDT_Geboortedatum
IV009-ref
IV013: Welke toewijzing is het meest recent?
Om vast te kunnen stellen welke toewijzing het
recentst is, zijn Toewijzingsdatum en Toewijzingstijd
in het toewijzingbericht opgenomen. De gemeente
vult deze velden met de datum en de tijd waarop de
toewijzing definitief is vastgesteld. Het gaat hier om
het moment waarop de gemeente de toewijzing
vaststelt en niet om het moment van verzending van
het bericht. De toewijzing met de meest recente
Toewijzingsdatum en Toewijzingstijd is de actuele
toewijzing.
Als een aanbieder de gemeente verzoekt om een
bestaande toewijzing nog een keer te versturen, blijft
de inhoud van Toewijzingsdatum en Toewijzingstijd
onveranderd.
Een aanpassing van het volume of de einddatum in
de toewijzing moet beschouwd worden als een
gewijzigde toewijzing. De gemeente vult
Toewijzingsdatum en Toewijzingstijd met de datum
en tijd waarop de gemeente de aanpassing vaststelt.
JW301, WMO301
IV024: Hoe moeten bedragen worden gevuld?
Bedragen worden in 1/100 van de gehanteerde valuta
opgenomen. Als er sprake is van de euro (EUR), dan
is als voorbeeld 10000 gelijk aan tienduizend
eurocent oftewel 100 euro.
CDT_BedragMetDC, CDT_TotaalBedragMetDC,
JW301, JW315, JW317, WMO301, WMO315,
WMO317
IV024-ref
IV028: Hoe wordt een retourbericht opgesteld?
Een retourbericht wordt gestuurd om de zender te
informeren over de beoordeling
(technisch/inhoudelijk) van het heenbericht. Voor
ieder heenbericht wordt slechts 1 retourbericht
gestuurd (1-op-1). De ontvanger stuurt altijd een
retourbericht naar de verzender.
Deze invulinstructie heeft betrekking op bijna alle
retourberichten. Voor het declaratie-antwoordbericht
(325-bericht) is een aparte invulinstructie opgesteld
(IV087).
Een retourbericht wordt als volgt opgebouwd:
Een retourbericht bevat altijd een Header.
* In de Header wordt BerichtCode gevuld met de
berichtcode van het betreffende retourbericht.
* Overige elementen, inclusief Afzender en
Ontvanger, worden ongewijzigd overgenomen van de
header van het heenbericht.
* De Header wordt aangevuld met identificerende
gegevens van het retourbericht (IdentificatieRetour en
DagtekeningRetour) en kan worden aangevuld met
het versienummer van de XSLT's die gebruikt zijn
om het bericht te controleren. Dit laatste is verplicht
indien afkeur plaatsvindt op basis van de XSLTs.
Wat na de Header volgt is afhankelijk van of en op
welk controleniveau fouten zijn geconstateerd:
Er zijn geen fouten geconstateerd:
Wanneer geen fouten geconstateerd zijn, is het
heenbericht volledig goedgekeurd. Het retourbericht
bevat in dat geval alleen een Header, zonder
retourcodes.
Controleniveau 1: Er zijn fouten geconstateerd bij
XSD-validatie
Indien het bericht niet valideert tegen het XSD krijgt
de afzender een foutmelding. Er wordt geen
retourbericht verzonden.
Controleniveau 2: Er zijn fouten geconstateerd bij
XSLT-validatie
Voor alle regels die binnen een bericht gecontroleerd
kunnen worden, maar die niet via het XSD
gevalideerd kunnen worden, zijn XSLTs beschikbaar
die gebruikt kunnen worden om de controles uit te
voeren. Wanneer een bericht een fout oplevert bij
een controle op één van deze
regels wordt alleen de Header retour gestuurd met de
algemene retourcode 0001 (Bericht is afgekeurd om
technische redenen).
Wanneer de ter beschikking gestelde XSLTs
gebruikt zijn, moet bovendien het versienummer van
de XSLTs worden meegegeven.
Controleniveau 3 of 4: Er zijn fouten geconstateerd
op berichtoverstijgende controles of controles tegen
een externe bron
Indien er een fout geconstateerd is in de Header,
bevat het retourbericht alleen de Header met daarbij
de retourcode van de regel op basis waarvan de fout
geconstateerd is.
Indien in één of meer berichtklassen over een Client
fouten zijn geconstateerd, worden alle berichtklassen
van die Client ongewijzigd overgenomen in het
retourbericht. Bij iedere berichtklasse wordt telkens
met een retourcode aangegeven wat de status is:
* Geen fouten geconstateerd in deze berichtklasse:
retourcode 0200
* Deze berichtklasse is niet gecontroleerd: retourcode
0233
* Er is een fout geconstateerd in deze berichtklasse:
de retourcode van de regel op basis waarvan de fout
geconstateerd is.
Bijvoorbeeld: De gemeente ontvangt een startbericht
met daarin een StartProduct met StatusAanlevering 3
(verwijderen aanlevering), maar heeft niet eerder een
startbericht met hetzelfde StartProduct en
StatusAanlevering 1 (eerste aanlevering) ontvangen.
Het bericht wordt dan afgekeurd op basis van
TR063.
In het retourbericht worden in deze situatie de
volgende retourcodes gevuld:
* Header: Retourcode 0200 (Geen opmerkingen over
deze berichtklasse)
* Client: Retourcode 0200 (Geen opmerkingen over
deze berichtklasse)
* StartProduct: Retourcode 9063 (Het bericht kan
niet verwerkt worden omdat geen eerder bericht
ontvangen is)
JW Retour, WMO Retour
IV028-ref
IV032: Welke retourcode moet gevuld worden in het
retourbericht?
Welke retourcode gevuld moet worden, wordt
bepaald door controle op basis waarvan het bericht
wordt afgekeurd. Deze controles zijn beschreven als
technisch te controleren regels die op verschillende
niveaus gecontroleerd worden. Bij iedere technisch te
controleren regel is aangegeven op welk
controleniveau deze gecontroleerd wordt. Indien van
toepassing is ook aangegeven welke retourcode
gebruikt moet worden in het retourbericht indien op
basis van de regel een heenbericht wordt afgekeurd.
Deze invulinstructie heeft betrekking op bijna alle
retourberichten. Voor het declaratie-antwoordbericht
(325-bericht) is een aparte invulinstructie opgesteld
(IV088).
Een ontvangen heenbericht wordt op vier niveaus
gecontroleerd:
Controleniveau 1: berichtformaat (XSD)
Het bericht wordt gevalideerd tegen het XSD.
Indien het bericht niet valideert, krijgt de afzender een
foutmelding. Er wordt geen retourbericht verzonden.
Regels op dit controleniveau hebben daarom geen
retourcode.
Controleniveau 2: berichtinhoud (XSLT)
Het bericht wordt gecontroleerd tegen alle regels
(technische regels, condities en constraints) die
binnen het bericht zelf te controleren zijn. Voor deze
regels zijn XSLTs beschikbaar die gebruikt kunnen
worden om de controles uit te voeren.
Deze regels hebben een algemene retourcode (0001)
die gevuld wordt in het retourbericht.
Wanneer fouten worden geconstateerd bevat het
retourbericht alleen de Header met retourcode 0001
(Bericht is technisch onjuist). Wanneer de ter
beschikking gestelde XSLTs gebruikt zijn, moet
bovendien het versienummer van de XSLTs worden
meegegeven.
Controleniveau 3: berichtoverstijgend
Het bericht wordt gecontroleerd op alle technische
regels die berichtoverstijgend zijn. Dat wil zeggen dat
de informatie in het heenbericht gecontroleerd wordt
ten opzichte van informatie in één of meer eerder
ontvangen domeinspecifieke berichten.
Deze regels hebben een eigen retourcode die gevuld
wordt in het retourbericht bij de berichtklasse waarin
de fout geconstateerd is. Indien een fout
geconstateerd is, leidt dit tot volledige afkeur van het
bericht.
Controleniveau 4: externe bron
Het bericht wordt gecontroleerd op alle technische
regels waarvoor informatie nodig is die geen
onderdeel is van het iStandaarden berichtenverkeer.
Dit betreft bijvoorbeeld:
* Systeemdatum van de verzender/ontvanger;
* Een externe codelijst zoals de AGB-codelijst of de
gemeentelijke indeling van CBS;
* Bilaterale afspraken tussen ketenpartijen, zoals
contractafspraken die opgenomen zijn in een regel
binnen de iStandaarden.
Deze regels hebben een eigen retourcode die gevuld
wordt in het retourbericht bij de berichtklasse waarin
de fout geconstateerd is. Indien een fout
geconstateerd is, leidt dit tot volledige afkeur van het
bericht.
JW Retour, WMO Retour
IV032-ref
IV033: Hoe moet XsltVersie gevuld worden?
Wanneer de ontvanger fouten constateert in een
bericht op basis van de ter beschikking gestelde
XSLTs, wordt in het retourbericht aangegeven welke
XSLT-versie gebruikt is voor de controle. Dit
versienummer is opgenomen in de output van de
XSLTs en dient overgenomen te worden in het
retourbericht.
JW Retour, JW325, Retourbericht Template, WMO
Retour, WMO325
IV033-ref
IV034: Hoe moet XsdVersie gevuld worden?
De waarde voor de elementen
BasisschemaXsdVersie en BerichtXsdVersie in het
datatype CDT_XsdVersie moeten overgenomen
worden uit de schemadefinitie (XSD) waarop het
bericht gecreëerd/gebaseerd is. Deze waarden staan
in de schemadefinitie respectievelijk in
/xs:schema/xs:annotation/xs:appinfo/<namespace>:B
asisschemaXsdVersie en
/xs:schema/xs:annotation/xs:appinfo/<namespace>:B
erichtXsdVersie.
Voor "<namespace>" wordt de namespace van de
desbetreffende iStandaard ingevuld, bijv. 'iWlz',
'iWmo', enz.
CDT_XsdVersie
IV034-ref
IV042: Hoe moet de omvang van te leveren of
geleverde ondersteuning gevuld worden?
In het verzoek om toewijzing en in de toewijzing
wordt de omvang van de te leveren ondersteuning
opgegeven in het berichtelement Omvang, dat
bestaat uit de elementen Volume, Eenheid en
Frequentie. Deze elementen dienen in onderlinge
samenhang gevuld te worden.
In het declaratiebericht wordt de omvang van de
geleverde ondersteuning tijdens de betreffende
productperiode opgegeven in de berichtelementen
GeleverdVolume en Eenheid. Deze elementen dienen
in onderlinge samenhang gevuld te worden.
Als Eenheid de waarde 83 (Euro's) bevat, wordt in
GeleverdVolume een bedrag gevuld in eurocent.
Bijvoorbeeld 10000 is gelijk aan tienduizend eurocent
oftewel 100 euro.
Als Eenheid een andere waarde dan 83 (Euro's)
bevat, wordt GeleverdVolume gevuld met een geheel
getal, zonder decimalen.
Voorbeelden
Voorbeeld 1A:
In een inspanningsgerichte toewijzing wordt
aangegeven dat een client recht heeft op 5 dagdelen
per week ondersteuning. Omvang in de toewijzing
wordt als volgt gevuld:
Volume: 5
Eenheid: 16 (Dagdeel (4 uur))
Frequentie: 2 (Per week)
Voorbeeld 2A:
In een outputgerichte toewijzing wordt aangegeven
dat een client ondersteuning krijgt voor een vast
bedrag van 200 euro per maand. Omvang in de
toewijzing wordt als volgt gevuld:
Volume: 20000
Eenheid: 83 (Euro's)
Frequentie: 4 (Per maand)
Voorbeeld 1B:
In een declaratie wordt aangegeven dat in de
afgelopen productperiode in totaal 20 dagdelen
ondersteuning is geleverd. Dit wordt als volgt
aangegeven in het declaratiebericht:
GeleverdVolume: 20
Eenheid: 16 (Dagdeel (4 uur))
Voorbeeld 2B:
In een declaratie wordt aangegeven dat in de
afgelopen productperiode ondersteuning is geleverd
volgens het vaste, afgesproken maandbedrag van
200 euro. Dit wordt als volgt aangegeven in het
declaratiebericht:
GeleverdVolume: 20000
Eenheid: 83 (Euro's)
JW301, JW315, JW317, JW323, WMO301,
WMO315, WMO317, WMO323
IV045: Hoe wordt de voogd vastgelegd indien dit een
organisatie betreft?
Indien de voogdij voor een client bij een organisatie
ligt, wordt in de Relatie de organisatienaam
opgenomen als Geslachtsnaam, aangeduid met
NaamGebruik 6 (niet-natuurlijk persoon).
JW301
IV046: Welke gemeentecode moet gevuld worden?
In de header van de berichten wordt de gemeente
opgenomen die volgens de wet verantwoordelijk is
voor zorg of ondersteuning aan de client. Voor
aanduiding van de gemeente wordt de CBS codelijst
gehanteerd.
JW301, JW305, JW307, JW315, JW317, JW319,
JW323, JW325, WMO301, WMO305, WMO307,
WMO315, WMO317, WMO319, WMO323,
WMO325
IV046-ref
IV047: Hoe om te gaan met de adressering van een
client indien alleen een briefadres bekend is?
Van een client wordt in de toewijzing altijd het GBA
adres of verblijfadres meegegeven in de
Contactgegevens. Dit is alleen niet mogelijk indien
een client in de basisregistratie personen (BRP) is
ingeschreven met alleen een briefadres. Voor die
situaties kan bij een Client een Adres met Soort
Correspondentie-adres worden meegegeven.
JW301, WMO301
IV052: Hoe om te gaan met Beschikkingnummer in
Verzoek om toewijzing?
De aanbieder dient het beschikkingnummer mee te
geven in het Verzoek om Toewijzing bericht indien de
client van haar gemeente een beschikking heeft
gekregen.
De gemeente kan op basis van het
beschikkingnummmer eenvoudig de bestaande
beschikking koppelen aan de informatie uit het
Verzoek Om Toewijzing bericht.
JW315, WMO315
IV066: Wanneer krijgt een toewijzing een nieuw
ToewijzingNummer?
Een initiele toekenning van een product aan een
client is een nieuwe toewijzing en krijgt een nieuw
toewijzingnummer. Een initiele toekenning kent nooit
een RedenWijziging.
Indien een eerder afgegeven toewijzing gewijzigd
wordt (intrekken, oprekken, verwijderen of
corrigeren), wordt het ToewijzingNummer gevuld van
de initiele toekenning. De start-, stop en
declaratieberichten refereren naar het
ToewijzingNummer uit het toewijzingbericht. Het
(opnieuw) versturen van een bericht heeft geen
invloed op ToewijzingNummer.
Let op: wijzigen van een toewijzing is slechts beperkt
toegestaan (Zie ook OP33x1):
* de toewijzing kan worden verwijderd
* de einddatum kan worden aangepast
* het budget kan worden aangepast
* de omvang kan worden aangepast indien de
frequentie de waarde 6 (Totaal binnen
geldigheidsduur toewijzing) heeft
Indien de omvang bij andere frequenties dan Totaal
binnen geldigheidsduur toewijzing gewijzigd wordt,
betekent dat dat de bestaande toewijzing wordt
ingetrokken en een nieuwe toewijzing wordt
verzonden met als Ingangsdatum de datum waarop
de gewijzigde omvang ingaat. Dit betreft dan een
nieuwe initiele toekenning met een nieuw
ToewijzingNummer.
JW301, WMO301
IV074: Wat is het verschil tussen de verschillende
uitvoeringsvarianten?
De iStandaarden ondersteunen een aantal
verschillende uitvoeringsvarianten:
inspanningsgericht, outputgericht en taakgericht. De
specifieke eigenschappen van deze
uitvoeringsvarianten zijn beschreven in het document
Handreiking uitvoeringsvarianten, deze is
beschikbaar via
www.istandaarden.nl/ibieb/handreiking-
uitvoeringsvarianten-iwmo-en-ijw.
JW301, WMO301
IV075: Hoe moeten productgegevens gevuld
worden?
Welke productcodes gebruikt mogen worden in het
berichtenverkeer is afhankelijk van bilaterale
afspraken. Er is een landelijke codelijst 021 -
PRODUCTCODE beschikbaar. Gemeente en
aanbieder leggen in de contractafspraken vast of
deze codelijst gebruikt wordt. Het is ook mogelijk dat
gemeenten een eigen productcodelijst gebruiken.
Bij het aanvragen van een product via een VOT of
een VOW wordt Product in AangevraagdProduct
(VOT) of NieuwProduct (VOW) gevuld afhankelijk
van de gewenste toewijzingsvariant:
* Bij het aanvragen van een specifieke toewijzing
moet zowel de productcategorie als de productcode
gevuld worden.
* Bij het aanvragen van aspecifieke toewijzingen
moet alleen de productcategorie gevuld zijn.
* Bij het aanvragen van generieke toewijzingen is het
product leeg; de productcategorie en de productcode
zijn niet gevuld.
Voor het vullen van het Product in Start- en
Stopberichten (bij inspannings- en outputgerichte
uitvoeringsvariant) en Declaratieberichten is de
vulling afhankelijk van ToegewezenProduct in de
bijbehorende Toewijzing:
In een Startbericht (305) of Stopbericht (307) wordt
altijd hetzelfde zorg- of ondersteuningsproduct
opgenomen zoals meegegeven in het
Toewijzingsbericht (301).
* Bij specifieke toewijzingen moet in het Start- en
Stopbericht zowel de productcategorie als de
productcode gevuld worden.
* Bij aspecifieke toewijzingen moet in het Start- en
Stopbericht alleen de productcategorie gevuld zijn.
* Bij generieke toewijzingen is het product leeg; de
productcategorie en de productcode zijn niet gevuld.
In een Declaratiebericht (323) wordt altijd een
productcategorie en productcode gevuld.
* Indien in ToegewezenProduct de productcategorie
en productcode niet gevuld zijn (generieke toewijzing
met maximaal budget) dan wordt de productcategorie
en productcode gevuld behorend bij de levering
(gebaseerd op de productcodelijst die gebruikt moet
worden). Dit betekent dat op 1 ToegewezenProduct
meerdere prestatieregels voor dezelfde periode
kunnen volgen indien meerdere producten uit
dezelfde of verschillende productcategorieen zijn
geleverd.
* Indien in ToegewezenProduct alleen een
productcategorie is gevuld (aspecifieke toewijzing),
wordt deze productcategorie overgenomen en wordt
een bij de toegewezen productcategorie behorende
productcode (volgens de productcodelijst die gebruikt
moet worden) gevuld. Dit betekent dat op 1
ToegewezenProduct meerdere prestaties voor
dezelfde periode kunnen volgen indien meerdere
producten van dezelfde productcategorie zijn
geleverd.
JW301, JW305, JW307, JW315, JW317, JW323,
WMO301, WMO305, WMO307, WMO315,
WMO317, WMO323
IV076: Hoe moet het volume in de prestatie gevuld
worden, wanneer de toewijzing de frequentie week
heeft
De productperiode binnen een declaratieperiode is
altijd maximaal een kalendermaand. Als
ToegewezenProduct de frequentie per week heeft, is
het mogelijk dat de week verdeeld is over 2
productperiodes (kalendermaanden). Bijvoorbeeld
wanneer halverwege een week een nieuwe maand
begint. Voor het bepalen van het volume behorend bij
de productperiode zijn twee methoden (voor
inspanningsgerichte toewijzing en voor
outputgerichte toewijzing).
Methode bij Inspanningsgerichte toewijzing
De datum van levering bepaalt in welke
productperiode de leveringen worden ingediend.
De productperiode bevat het te declareren volume
van alle leveringen op dagen die vallen in de
betreffende productperiode. Bij weken die vallen over
2 productperioden bepaalt de datum van levering in
welke ProductPeriode de levering opgenomen wordt.
Voorbeeld:
Toewijzing: 11-07-2022 t/m 04-09-2022 voor 3 uur
per week
Levering: elke week op donderdag 2,5 uur
Declaratieperiode juli
Declaratieperiode 01-07-2022 t/m 31-07-2022
Productperiode 11-07-2022 t/m 31-07-2022
Volume 7,5 (3 leveringen x 2,5 uur = 7,5 uur)
Controle maximaal volume 9 (3 weken x 3 uur = 9
uur)
Declaratieperiode augustus
Declaratieperiode 01-08-2022 t/m 31-08-2022
Productperiode 01-08-2022 t/m 31-08-2022
Volume 10 (4 leveringen x 2,5 uur = 10 uur)
(n.b. in week 35 valt de levering op donderdag 01-09,
dus deze levering zit in ProductPeriode september)
Controle maximaal volume 15 (5 weken x 3 uur= 15
uur)
Declaratieperiode september
Declaratieperiode 01-09-2022 t/m 30-09-2022
Productperiode 01-09-2022 t/m 04-09-2022
Volume 2,5 (1 leveringen x 2,5 uur = 2,5 uur)
Controle maximaal volume 3 (1 week x 3 uur= 3 uur)
Controle maximaal volume over toewijzingsperiode 24
uur
11-07-2022 t/m 04-09-2022 = 8 weken
8 weken x 3 uur = 24 uur
Methode bij Outputgerichte toewijzing
De productperiode bevat het te declareren volume
van de weken waarvan de zondag valt in de
productperiode.
Hierop is één uitzondering:
Indien een toewijzing niet op een zondag eindigt
wordt het te declareren volume van de laatste
(gebroken) week opgenomen in de productperiode
waarbinnen de laatste zondag van de toewijzing valt.
Beide situaties worden met een voorbeeld toegelicht:
Voorbeeld 1 (toewijzing eindigt op een zondag):
Toewijzing: 11-07-2022 t/m 04-09-2022 voor 300
euro per week
Declaratieperiode juli
Declaratieperiode 01-07-2022 t/m 31-07-2022
Productperiode 11-07-2022 t/m 31-07-2022
Volume Aantal zondagen in de productperiode
* 300 euro (900 euro)
Declaratieperiode augustus
Declaratieperiode 01-08-2022 t/m 31-08-2022
Productperiode 01-08-2022 t/m 31-08-2022
Volume Aantal zondagen in de productperiode
* 300 euro (1200 euro)
Declaratieperiode september
Declaratieperiode 01-09-2022 t/m 30-09-2022
Productperiode 01-09-2022 t/m 04-09-2022
Volume Aantal zondagen in de productperiode
* 300 euro (300 euro)
Voorbeeld 2 (toewijzing eindigt niet op een zondag):
Toewijzing: 11-07-2022 t/m 03-09-2022 voor 300
euro per week
Declaratieperiode juli
Declaratieperiode 01-07-2022 t/m 31-07-2022
Productperiode 11-07-2022 t/m 31-07-2022
Volume Aantal zondagen in de productperiode
* 300 euro (900 euro)
Declaratieperiode augustus
Declaratieperiode 01-08-2022 t/m 31-08-2022
Productperiode 01-08-2022 t/m 31-08-2022
Volume Aantal zondagen in de productperiode
+ 1 * 300 euro (1500 euro)
Declaratieperiode september
Over september wordt er geen declaratie meer
ingediend. De laatste week, die gedeeltelijk in
september valt, is al meegenomen in de declaratie
over augustus.
JW323, WMO323
IV077: Hoe moet het maximaal te declareren volume
berekend worden over de productperiode bij gebruik
van de frequentie per week in de toewijzing?
De frequentie per week is niet 1-op1 passend binnen
de declaratieperiode maand.Hierdoor zijn bij de
omrekening naar een maximaal te declareren volume
over de productperiode aanvullende afspraken
noodzakelijk, zodat het volume in de prestatie
gecontroleerd kan worden. Afhankelijk van de
uitvoeringsvarianten zijn hiervoor verschillende
rekenmethoden opgesteld. (voor het vullen van het
volume in de prestatie bij toewijzingen met frequentie
week, zie IV076)
Rekenmethode inspanningsgerichte toewijzing met
frequentie per week
Het maximale volume wordt bepaald op basis van het
aantal (eventueel gebroken) kalenderweken die de
productperiode beslaat, binnen de toewijzing. Dit
aantal wordt vermenigvuldigd met het volume uit de
toewijzing. Voor het bepalen van het aantal
kalenderweken, worden de weeknummers geteld.
Dit resulteert bij een productperiode van een volledige
maand in 4, 5 of 6 maal het weekvolume.
Echter indien de toewijzing een Product uit de Wmo
Productcategorie 01 (huishoudelijkhulp) betreft, dan
wordt het maximale volume bepaald door standaard 6
maal het weekvolume uit de toewijzing te nemen.
Om te voorkomen dat deze rekenmethode resulteert
in meer ruimte dan totaal toegewezen, moet het totaal
volume over alle ingediende prestatieregels ook
gecontroleerd worden tegen het maximale volume
over de toewijzingsperiode.
Rekenmethode Outputgerichte toewijzing met
frequentie per week
Het maximale volume van de productperiode wordt
bepaald op basis van het aantal zondagen dat binnen
de productperiode ligt (plus 1 indien in die
productperiode de laatste zondag van de toewijzing
ligt en de einddatum van de toewijzing geen zondag
is). Dit aantal wordt vermenigvuldigd met het volume
uit de toewijzing.
Voorbeeld bij inspanningsgerichte toewijzing:
Client heeft een toewijzing voor 3 uur per week met
ingangsdatum 11-10-2022 en einddatum 28-12-2022
Bepaal het aantal kalenderweken in de
productperiode
* Oktober: 4 (week 41 t/m 44)
* November: 5 (week 44 t/m 48)
* December: 5 (week 48 t/m 52)
Maximaal volume per productperiode: Vermenigvuldig
het aantal kalenderweken per productperiode met het
toegewezen volume per week:.
* Oktober: 12 uur (4 weken x 3 uur)
* November: 15 uur (5 weken x 3 uur)
* December: 15 uur (5 weken x 3 uur)
Maximaal volume over de toewijzingsperiode: tel het
aantal weken (eventueel gebroken) binnen de
toewijzing en vermenigvuldig dit met het volume uit
de toewijzing:
* 11-10-2022 t/m 28-12-2022 = week 41 t/m week 52
= 12 weken * 12 weken x 3 uur (volume uit de
toewijzing) = 36 uur
Het maximale volume over de toewijzingsperiode is
36 uur
Voorbeeld bij Outputgerichte toewijzing:
Client heeft een toewijzing voor 300 euro per week
met ingangsdatum 11-10-2022 en einddatum 31-12-
2022
Het aantal zondagen in de productperiodes:
* Oktober: 11-10 t/m 31-10 -> telt 3 zondagen
* November: 1-11 t/m 30-11 -> telt 4 zondagen
* December: 1-12 t/m 31-12 -> telt 4 zondagen. Daar
wordt een weekvolume bijgeteld, omdat de
einddatum van de toewijzing niet op zondag is.
Maximaal volume per productperiode: Het aantal
zondagen vermenigvuldigd met het volume uit de
toewijzing (evt. vermeerderd met een extra
weekvolume):
* Oktober 3 zondagen: 3x weekvolume (300 euro) =
900 euro
* November 4 zondagen: 4x weekvolume (300 euro)
= 1200 euro
* December 4 zondagen + 1 weekvolume: 5x
weekvolumes (300 euro) = 1500 euro
JW323, WMO323
IV078: Wat mag gedeclareerd worden wanneer een
onvolledige periode is toegewezen?
Alleen voor de inspanningsgerichte uitvoeringsvariant
is een uniforme werkwijze geformuleerd. Voor de
outputgerichte uitvoeringsvariant is het aan de
gemeente om gezamenlijk met de aanbieder te
komen tot een afspraak hierover.
Werkwijze voor inspanningsgerichte
uitvoeringsvariant, het in de gebroken periode
daadwerkelijk geleverde volume wordt gedeclareerd.
Met als bovengrens voor deze gebroken periode het
maximale volume, dat in ToegewezenProduct aan de
frequentie is toegekend.
Voorbeeld 1:
frequentie in ToegewezenProduct = week
Toewijzing voor 3 uur per week met ingangsdatum
12-10-2021 en einddatum 13-12-2021
Voor de productperiode 12-10-2021 t/m 31-10-2021
mag maximaal 9 uur gedeclareerd worden, indien
deze uren ook daadwerkelijk geleverd zijn. (zie ook
rekenmethode IV077 De eerste week (12-10-2021
t/m 17-10-2021) is geen volledige kalenderweek,
maar indien geleverd mag voor deze week de
volledige 3 uur worden gedeclareerd.
Voorbeeld 2:
Frequentie in ToegewezenProduct = maand
Toewijzing voor 15 uur per maand met ingangsdatum
12-10-2021 en einddatum 13-12-2021
Voor de productperiode 12-10-2021 t/m 31-10-2021
mag maximaal 15 uur gedeclareerd worden, indien
deze uren ook daadwerkelijk geleverd zijn. Ondanks
dat de ingangsdatum 12-10-2021 is en er dus geen
hele kalendermaand is toegewezen, mag (mits
geleverd) de volledige 15 uur gedeclareerd worden.
JW323, WMO323
IV079: Hoe moet het volume in de prestatie gevuld
worden wanneer de eenheid in de prestatie uren is
en de geleverde prestatie niet uit volledige uren
bestaat?
Indien er is toegewezen in uren en er wordt
gedeclareerd in uren, kan het voorkomen dat de
werkelijk geleverde zorg niet uit hele uren (60
minuten) bestaat.
In dat geval wordt het volume rekenkundig afgerond
(< 30 minuten = omlaag >= 30 minuten = omhoog),
met een minimaal volume van 1 uur.
Geleverde zorg per prestatie behorend bij een
toewijzing wordt gesommeerd over de gehele
declaratieperiode, waarbij de afronding pas plaats
vindt op het totaal volume in de prestatieregel.
Dus indien er wekelijks 95 minuten worden geleverd
en de prestatieperiode bevat 4 weken, dan wordt
eerst het totaal over de prestatieperiode bepaald = 4
weken x 95 minuten =380 minuten
Er wordt gedeclareerd in uren: 380 / 60 = 6 uur en 20
minuten. Afgerond is dit 6 uur. In het volume van de
prestatie wordt 6 uur gevuld.
JW323, WMO323
IV081: Hoe moet het ProductTarief gevuld worden?
De eenheid in de prestatie moet gelijk zijn aan de
eenheid van de toewijzing. Voor die eenheid dient in
het contract een tarief voor het betreffende product te
zijn vastgelegd. Het producttarief in de prestatie
wordt gevuld met dat betreffende tarief.
Alleen voor uren en minuten is er een uitzondering
mogelijk. Gemeente en aanbieder kunnen een
tariefeenheid per uur afgesproken hebben, terwijl
gedeclareerd wordt in minuten. In dat geval wordt in
de Prestatie het ProductTarief omgerekend naar een
tarief per minuut (tarief delen door 60 minuten) en
afgerond op 2 decimalen volgens de rekenkundige
regels. Dit betekent dat 1,455 wordt afgerond naar
1,46 en dat 1,454 wordt afgerond naar 1,45.
Dit (afgeronde) tarief wordt in de Prestatie bij
ProductTarief opgenomen, maar niet gebruikt voor de
berekening van IngediendBedrag.
Het IngediendBedrag wordt als volgt bepaald:
(ProductTarief * aantal minuten) / 60. Dit bedrag
wordt vervolgens afgerond op 2 decimalen.(TR346)
JW323, WMO323
IV084: Hoe moet de declaratie gevuld worden
wanneer sprake is van elkaar opvolgende
toewijzingen binnen 1 declaratieperiode?
Als sprake is van elkaar opvolgende toewijzingen
binnen een declaratieperiode, dan volgen aparte
Prestaties per toewijzing en per product in de
declaratie over die declaratieperiode. Een Prestatie
kan dus nooit op meer dan 1 toewijzing betrekking
hebben.
Voorbeeld
In onderstaand voorbeeld wordt uitgegaan van de
volgende situatie:
* De eerste toewijzing heeft Ingangsdatum 01-03-
2021 en Einddatum 09-03-2021
* De opvolgende toewijzing heeft Ingangsdatum 23-
03-2021 en Einddatum 31-03-2021
* Er is ononderbroken zorg geleverd gedurende
beide toegewezen periodes
Er worden nu 2 Prestaties ingediend met de volgende
ProductPeriodes:
ProductPeriode Prestatie 1: 01-03-2021 t/m 09-03-
2021
ProductPeriode Prestatie 2: 23-03-2021 t/m 31-03-
2021
JW323, WMO323
IV085: Wanneer kan een creditering van een
declaratie verzonden worden?
Wanneer een eerder ingediende prestatie door de
aanbieder onjuist is bevonden, kan deze door de
aanbieder worden ingetrokken door aanlevering van
een credit prestatie.
Dit kan alleen nadat er een declaratie-
antwoordbericht op de debet prestatie is ontvangen
en de prestatie daarin niet is afgekeurd. Een door de
gemeente afgekeurde prestatie wordt nooit
gecrediteerd.
NB: een creditering is een eenzijdige handeling van
de aanbieder, die niet bestreden kan worden door
een gemeente. De gemeente kan een ingediende
credit prestatie dus niet afkeuren, tenzij het
technische afkeur (XSLT of XSD) betreft. Zie
hiervoor invulinstructies IV088 en IV087).
JW323, WMO323
IV086: Hoe moet worden omgegaan met debet en
credit prestaties in een declaratiebericht?
Debet en credit prestaties kunnen in 1
declaratiebericht worden aangeleverd. Hierbij geldt:
* Een 1e debet prestatie en een identieke credit
prestatie mogen niet in 1 declaratiebericht worden
aangeleverd. Als de 1e debet en credit prestatie op 1
moment bekend zijn, dan horen die tegen elkaar weg
te vallen en niet in 1 bericht te staan.
* Een credit prestatie en een 2e debet prestatie
kunnen desgewenst in hetzelfde bericht worden
aangeleverd.
Totaal declaratiebedrag
Het totale declaratiebedrag van alle debet en credit
prestaties in het declaratiebericht wordt ingevuld in
TotaalIngediendBedrag in de header van het bericht.
Hierbij worden debetbedragen opgeteld en
creditbedragen afgetrokken.
JW323, WMO323
IV087: Hoe wordt een declaratie-antwoordbericht
opgesteld?
Een declaratie-antwoordbericht wordt gestuurd om
de aanbieder te informeren over de beoordeling
(technisch/inhoudelijk) van het declaratiebericht.
Daarnaast wordt de aanbieder geinformeerd over het
totaalbedrag dat door de gemeente wordt toegekend
op de declaratie.
Voor ieder verzonden declaratiebericht wordt slechts
1 declaratie-antwoordbericht gestuurd (1-op-1). De
gemeente stuurt altijd een declaratie-antwoordbericht
naar de aanbieder.
Een declaratie-antwoordbericht bevat altijd een
Header.
* In de Header wordt DeclaratieIdentificatie gevuld
met de berichtidentificatie van het declaratiebericht
dat beantwoord wordt.
* De Header kan worden aangevuld met het
versienummer van de XSLT's die gebruikt zijn om
het bericht te controleren. Dit is verplicht indien
afkeur plaatsvindt op basis van de XSLTs.
Wat na de Header volgt is afhankelijk van of en op
welk controleniveau fouten zijn geconstateerd:
* Bij afkeur op controleniveau 1 of 2 (zie IV088) is het
afgekeurde declaratiebericht niet verwerkt door de
gemeente.
* Bij afkeur op controleniveau 3 of 4, is het
declaratiebericht (deels) verwerkt. Prestaties die niet
beoordeeld zijn (indien fout op berichtklasse Client is
geconstateerd) of niet voldoen aan de controles, zijn
afgewezen.
De vulling van het declaratie-antwoordbericht is
afhankelijk van de situatie en de geconstateerde
fouten:
Het bericht is volledig goedgekeurd:
De Header wordt retour gestuurd met retourcode
0200 (geen opmerkingen over deze berichtklasse) en
een Declaratie-Antwoord berichtklasse met
Retourcode 8001 (Declaratie is volledig toegewezen),
waarbij TotaalGoedgekeurdBedrag en
TotaalIngediendBedrag worden gevuld met de
waarde van TotaalIngediendBedrag van het
bijbehorende declaratiebericht.
Controleniveau 1: Er zijn fouten geconstateerd bij
XSD-validatie
Indien het declaratiebericht niet valideert tegen het
XSD krijgt de afzender een foutmelding. Er wordt
geen declaratie-antwoordbericht verzonden.
Controleniveau 2: Er zijn fouten geconstateerd bij
XSLT-validatie
Voor alle regels die binnen een bericht gecontroleerd
kunnen worden, maar die niet via het XSD
gevalideerd kunnen worden, zijn XSLTs beschikbaar
die gebruikt kunnen worden om de controles uit te
voeren. Wanneer een declaratiebericht een fout
oplevert bij een controle op één van deze
regels wordt in het declaratie-antwoordbericht alleen
de Header retour gestuurd met de algemene
retourcode 0001 (Bericht is afgekeurd om technische
redenen). Wanneer de ter beschikking gestelde
XSLTs gebruikt zijn, moet bovendien het
versienummer van de XSLTs worden meegegeven.
Het declaratiebericht wordt als niet verzonden
beschouwd en is niet verwerkt in de administratie van
de gemeente.
Voorbeeld:
* Het declaratiebericht bevat een fout in de Header of
kan niet worden afgeleverd bij de gemeente:
retourcode 0001 (Bericht is afgekeurd om technische
reden).
Controleniveau 3 of 4: Er zijn fouten geconstateerd
op berichtoverstijgende controles of controles tegen
een externe bron
Indien er een fout geconstateerd is in de Header,
bevat het declaratie-antwoordbericht alleen de
Header met daarbij de retourcode van de regel op
basis waarvan de fout geconstateerd is.
Indien een fout geconstateerd is in de berichtklasse
Declaratie, wordt de Header retour gestuurd met
retourcode 0200 (geen opmerking over deze
berichtklasse), berichtklasse DeclaratieAntwoord
krijgt de betreffende retourcode voor afkeur. Het
TotaalToegekendBedrag wordt gevuld met 0 (zie ook
TR342). De declaratie wordt als niet verzonden
beschouwd en is niet verwerkt in de administratie van
de gemeente.
Voorbeeld:
* Het declaratienummer is niet uniek:
Declaratienummer moet uniek zijn voor de
verzendende partij. De Header krijgt dan retourcode
0200 (geen opmerking over deze berichtklasse),
berichtklasse DeclaratieAntwoord krijgt retourcode
9333, en bij TotaalToegekendBedrag wordt 0 gevuld.
Indien een fout geconstateerd is in de berichtklassen
onder Declaratie, wordt de Header retour gestuurd
met retourcode 0200 (Geen opmerking over deze
berichtklasse). TotaalToegekendBedrag in de
berichtklasse DeclaratieAntwoord wordt gevuld met
het totaal goedgekeurde bedrag (som van alle
toegekende prestaties) en de klasse krijgt retourcode
0200. Indien een fout is geconstateerd in Client wordt
de betreffende retourcode bij de Client gevuld en
worden alle onderliggende Prestaties retour gestuurd
met retourcode 0233 (Berichtklasse is niet
beoordeeld). Indien een fout is geconstateerd in een
Prestatie, wordt deze Prestatie retour gestuurd met
de bijbehorende retourcode. Hierbij wordt tevens de
bijbehorende klasse Client meegestuurd met
retourcode 0200 (Geen opmerking over deze
berichtklasse). In de retour gestuurde Prestaties
worden één of meerdere retourcodes gevuld om de
inhoudelijke reden van afwijzing aan te geven.
NB: Prestaties worden altijd volledig goed of volledig
afgekeurd. Prestaties waarvan het ingediende bedrag
wordt toegekend, worden niet opgenomen in het
declaratie-antwoordbericht.
Het declaratie-antwoordbericht dient niet:
* Als ontvangstbevestiging.
* Voor het opvragen van (extra) informatie door de
gemeente.
* Voor het doorgeven van correcties op
declaratiegegevens aan de aanbieder.
NB: Een bericht kan informatie over meerdere
clienten bevatten. Clienten waarin geen fouten zijn
geconstateerd, worden niet opgenomen in het
declaratie-antwoordbericht.
JW325, WMO325
IV088: Welke retourcode moet gevuld worden in het
declaratie-antwoordbericht?
Welke retourcode gevuld moet worden, wordt
bepaald door controle op basis waarvan het bericht
wordt afgekeurd. Deze controles zijn beschreven als
technisch te controleren regels die op verschillende
niveaus gecontroleerd worden. Bij iedere technisch te
controleren regel is aangegeven op welk
controleniveau deze gecontroleerd wordt. Indien van
toepassing is ook aangegeven welke retourcode
gebruikt moet worden in het declaratie-
antwoordbericht indien op basis van de regel een
declaratiebericht wordt afgekeurd.
Een ontvangen declaratiebericht wordt op vier
niveaus gecontroleerd:
Controleniveau 1: berichtformaat (XSD)
Het bericht wordt gevalideerd tegen het XSD.
Indien het declaratiebericht niet valideert, krijgt de
afzender een foutmelding. Er wordt geen declaratie-
antwoordbericht verzonden. Regels op dit
controleniveau hebben daarom geen retourcode.
Controleniveau 2: berichtinhoud (XSLT)
Het declaratiebericht wordt gecontroleerd tegen alle
regels (technische regels, condities en constraints)
die binnen het bericht zelf te controleren zijn. Voor
deze regels zijn XSLTs beschikbaar die gebruikt
kunnen worden om de controles uit te voeren.
Deze regels hebben een algemene retourcode (0001)
die gevuld wordt in het declaratie-antwoordbericht.
Wanneer fouten worden geconstateerd bevat het
declaratie-antwoordbericht alleen de Header met
retourcode 0001 (Bericht is technisch onjuist).
Wanneer de ter beschikking gestelde XSLTs
gebruikt zijn, moet bovendien het versienummer van
de XSLTs worden meegegeven.
Controleniveau 3: berichtoverstijgend
Het declaratiebericht wordt gecontroleerd op alle
technische regels die berichtoverstijgend zijn. Dat wil
zeggen dat de informatie in het declaratiebericht
gecontroleerd wordt ten opzichte van informatie in
één of meer eerder ontvangen domeinspecifieke
berichten.
Deze regels hebben een eigen retourcode die gevuld
wordt in het declaratie-antwoordbericht bij de
berichtklasse waarin de fout geconstateerd is.
Controleniveau 4: externe bron
Het declaratiebericht wordt gecontroleerd op alle
technisch controleerbare regels waarvoor informatie
nodig is die geen onderdeel is van het iStandaarden
berichtenverkeer. Dit betreft bijvoorbeeld:
* Systeemdatum van de verzender/ontvanger;
* Een externe codelijst zoals de AGB-codelijst of de
gemeentelijke indeling van CBS;
* Bilaterale afspraken tussen ketenpartijen, zoals
contractafspraken die opgenomen zijn in een regel
binnen de iStandaarden.
Deze regels hebben een eigen retourcode die gevuld
wordt in het declaratie-antwoordbericht bij de
berichtklasse waarin de fout geconstateerd is.
JW325, WMO325
IV089: Hoe moet ProductPeriode gevuld worden?
Voor declareren zijn de volgende begrippen van
belang:
* Declaratieperiode: is een administratieve periode
waarover de geleverde hulp in de administratie tot
een declaratie wordt verwerkt. Dit is altijd een
kalendermaand.
* Productperiode: is de begin- en einddatum van een
geleverd product binnen een declaratieperiode. De
productperiode valt altijd binnen de
geldigheidsperiode van de toewijzing.
In het declaratiebericht wordt het totale geleverde
volume van 1 specifiek product binnen 1
productperiode aan 1 client (behorende bij 1
toewijzing) opgenomen in 1 Prestatie. Deze
prestaties worden direct in de erop volgende
declaratieperiode, of eventueel achteraf in een latere
declaratieperiode, gedeclareerd. (zie IV076 voor
vullen volume bij frequentie per week)
De ProductPeriode Begindatum wordt gevuld met:
* De eerste dag van de kalendermaand waarin de
ProductPeriode valt indien de Ingangsdatum van het
ToegewezenProduct voor of op de eerste dag van
deze kalendermaand ligt.
* De Ingangsdatum van het ToegewezenProduct
indien de Ingangsdatum ToegewezenProduct na de
eerste dag van de kalendermaand waarin de
ProductPeriode valt ligt.
De ProductPeriode Einddatum wordt gevuld met:
* De laatste dag van de kalendermaand waarin de
ProductPeriode valt indien de Einddatum van het
ToegewezenProduct op of na de laatste dag van
deze kalendermaand ligt.
* De Einddatum van het ToegewezenProduct indien
de Einddatum ToegewezenProduct voor de laatste
dag van de kalendermaand waarin de ProductPeriode
valt ligt.
Voorbeeld
In onderstaande voorbeeld wordt uitgegaan van de
volgende situatie:
Het ToegewezenProduct heeft Ingangsdatum 08-04-
2022 en Einddatum 17-06-2022 (dit is de
toegewezen periode)
ProductPeriodes voor de maanden April, Mei en Juni
zijn dan:
* April: 08-04-2022 t/m 30-04-2022
* Mei: 01-05-2022 t/m 31-05-2022
* Juni: 01-06-2022 t/m 17-06-2022
Trajectfinanciering
Gemeenten en aanbieders kunnen (op grond van
OP264) onderling afwijkende afspraken maken over
de momenten waarop, al dan niet in delen,
gedeclareerd kan worden, in de situatie van een
outputgericht product dat in euro's is toegewezen.
Als het resultaat pas aan het eind van het traject kan
worden vastgesteld, wordt ProductPeriode gelijk
gesteld aan de laatste ProductPeriode binnen de
toewijzingsperiode. Gemeente en aanbieder kunnen
ook afwijkende afspraken hebben gemaakt over het
aantal declaratiemomenten. Hierbij wordt de
ProductPeriode indien nodig aangepast zodat de
ProductPeriode ook in deze situatie altijd binnen de
periode van de toewijzing valt.
Voorbeeld
Afspraak is dat op het eind van het traject de
declaratie mag worden ingediend.
Client ontvangt outputgerichte hulp vanaf het begin
tot het eind van toegewezen periode (08-04-2021 t/m
17-06-2021). Pas op 17-06-2021 kan het resultaat
van de outputgerichte hulp worden vastgesteld. In de
maanden April en Mei wordt er geen declaratie
ingediend voor deze client. Er volgt in de maand juni
1 Prestatie met de volgende ProductPeriode:
* Juni: 01-06-2021 t/m 17-06-2021
JW323, WMO323
IV090: Hoe moet het declaratiebericht gevuld worden
indien achteraf gedeclareerd wordt?
Zorg of ondersteuning geleverd aan een client tijdens
een bepaalde declaratieperiode wordt direct in de
erop volgende declaratieperiode of achteraf in een
latere declaratieperiode gedeclareerd.
Wanneer achteraf wordt gedeclareerd, mag dit niet
met een declaratieperiode worden gedaan die voor de
laatst ingediende declaratieperiode ligt. De
productperiode zelf mag wel in het verleden liggen,
aangezien hiermee de periode van levering wordt
aangeduid
Wanneer achteraf wordt gedeclareerd over meerdere
declaratieperiodes worden in één declaratiebericht
evenveel prestaties opgenomen als het aantal
afzonderlijke prestaties dat verzonden zou zijn
wanneer deze in afzonderlijke berichten waren
opgenomen.
Voorbeelden
In onderstaande voorbeelden wordt uitgegaan van de
volgende situatie:
De volgende declaratieperiodes zijn ingediend:
01-01-2021 t/m 31-01-2021
01-02-2021 t/m 28-02-2021
01-03-2021 t/m 31-03-2021
01-05-2021 t/m 31-05-2021 (In april was er blijkbaar
niets te declareren)
Achteraf declareren als een declaratieperiode mist
In juni blijkt dat in april 2021 toch iets te declareren
was, aangezien in maart 2021 zorg is geleverd aan
een Client. Aangezien er al een declaratieperiode is
ingediend die na April 2021 ligt (namelijk mei 2021),
kunnen de nog niet ingediende Prestaties van Maart
2021 worden ingediend met één van de volgende
declaratieperiodes:
* Als 2e declaratie van de maand mei:
DeclaratiePeriode 01-05-2021 t/m 31-05-2021
* Bij de eerstvolgende declaratie in juni:
DeclaratiePeriode 01-06-2021 t/m 30-06-2021
Achteraf declareren als de hulpperiode meerdere
declaratieperiodes beslaat
In juni blijkt dat (ononderbroken) geleverde
ondersteuning aan een cliënt tussen 15-02-2021 t/m
30-04-2021 nog niet is gedeclareerd. Er dient per
declaratieperiode een Prestatie te worden ingediend.
Er volgen in het volgende declaratiebericht 3
Prestaties met de volgende productperiodes:
* ProductPeriode Prestatie 1: 15-02-2021 t/m 28-02-
2021
* ProductPeriode Prestatie 2: 01-03-2021 t/m 31-03-
2021
* ProductPeriode Prestatie 3: 01-04-2021 t/m 30-04-
2021
JW323, WMO323
IV091: Hoe moet een creditprestatie gevuld worden
in een declaratiebericht?
In de IngediendBedrag-regel van een Prestatie wordt
met DebetCredit aangegeven of de indienende partij
een vordering (debet) of een terugvordering (credit)
doet bij de ontvanger van de declaratie.
Crediteren declaratie:
Een creditprestatie is identiek aan de oorspronkelijke
debetprestatie, met uitzondering van:
* ReferentieNummer: de creditprestatie krijgt een
nieuw ReferentieNummer.
* VorigReferentieNummer wordt gevuld met het
ReferentieNummer van de oorspronkelijke
debetprestatie.
* DebetCredit in IngediendBedrag wordt gevuld met
C (Credit)
Crediteren is alleen mogelijk na ontvangst van het
declaratie-antwoordbericht waarin de te crediteren
prestatie is toegekend, zie IV085).
JW323, WMO323
IV092: Hoe moet een Verzoek om Wijziging (VOW
bericht) gevuld worden
Op berichtniveau wordt een uniek Referentienummer
gevuld en wordt verplicht de reden van het verzoek
ingevuld.
Het verzoek om wijziging bevat alle actuele
toegewezen producten bij de cliënt.
Het VOW bericht bevat drie groepen gegevens om
de gewenste nieuwe situatie aan te vragen:
* OngewijzigdProduct: hiermee worden de
toewijzingen geïdentificeerd (via ToewijzingNummer)
die ongewijzigd moeten blijven
* TeWijzigenProduct: hiermee worden de
toewijzingen geïdentificeerd (via ToewijzingNummer)
waarvoor een wijziging gewenst is, en worden de
wijzigingen aangegeven
* NieuwProduct: hiermee worden de gegevens voor
een gewenste nieuwe toewijzing van een nieuw
Product aangegeven
Het gebruik en de vulling wordt hieronder nader
toegelicht:
OngewijzigdProduct
Dit wordt gevuld voor elke actuele toewijzing waar
niets aan hoeft te veranderen. Hetzelfde product met
dezelfde kenmerken zijn gewenst in de nieuwe
situatie.
TeWijzigenProduct
Dit wordt gevuld voor elke actuele toewijzing waarbij
de omvang, het budget en/of de einddatum moet
veranderen. Hierbij gelden de volgende voorwaarden:
* Het Product is gelijk aan dat van de originele
toewijzing en zit daarom niet in de berichtklasse
* In de Omvang mogen het Volume, Eenheid en
Frequentie worden gewijzigd
* De gewenste wijziging mag niet leiden tot
onrechtmatigheid van reeds geleverde zorg.
* De GewensteIngangsdatum geeft aan op welk
moment de wijziging zou moeten ingaan. Deze datum
moet ofwel in de toekomst liggen (maar wel binnen
de periode van de originele toewijzing), ofwel moet
deze gelijk zijn aan de originele ingangsdatum als het
een wijziging over de gehele periode betreft.
* Als de wijziging een toegewezen Budget betreft,
dan moet de GewensteIngangsdatum gelijk zijn aan
de ingangsdatum van de originele toewijzing. De
einddatum mag wel worden aangepast samen met de
budgetwijziging. Oftewel: het gehele budget wordt
aangepast en daarbij mag de periode worden
ingekort of verlengd.
* Als de wijziging betrekking heeft op een toewijzing
met als Frequentie totaal binnen toewijzingsperiode,
dan moet de GewensteIngangsdatum gelijk zijn aan
de ingangsdatum van de originele toewijzing. De
einddatum mag wel worden aangepast samen met
deze wijziging. Oftewel: het totaal wordt aangepast
en daarbij mag de periode worden ingekort of
verlengd.
NieuwProduct
Dit wordt gevuld voor het aanvragen van producten
waarvoor geen actuele toewijzing is. Ook een
bestaand product maar voor een geheel nieuwe
periode (GewensteIngangsdatum ligt na de
einddatum van de originele toewijzing) wordt
aangevraagd in de groep NieuwProduct
De kenmerken behorend bij deze gewenste nieuwe
toewijzing worden gevuld, conform de regels rond het
aanvragen en toewijzen van inspanningsgerichte en
outputgerichte producten in de verschillende
variaties.
Afhankelijk van de wijzigingen in TewijzigenProduct
kan bij honoreren door de gemeente gebruik gemaakt
worden van dezelfde toewijzing met gewijzigde
gegevens, of moet de actuele toewijzing worden
ingetrokken en een nieuwe aansluitende toewijzing
worden gemaakt.Bedrijfsregels OP33x1 en OP257
beschrijven in detail wanneer een bestaande
toewijzing kan worden gebruikt of een nieuwe
toewijzing moet worden gemaakt.
Voorbeelden:
Voorbeeld 1, Actuele situatie:
Toewijzing 432, product B1, vanaf 1 maart 2021, 3
uur per week, einddatum 31 december 2022
Toewijzing 543, product C1, vanaf 1 maart 2021, 80
uur totaal over periode, einddatum 31 december 2021
Gewenst is om het product B1 vanaf 1 september
2021 te vervangen door product B2, voor 6 uur per
week tot eind 2022 (en daarom moet product B1 dus
stoppen per 31 augustus)
VOW bericht bevat:
* OngewijzigdProduct: ToewijzingNummer 543
* TeWijzigenProduct: ToewijzingNummer 432,
GewensteIngangsdatum 1 maart 2021, 3 uur per
week, einddatum 31 augustus 2021
* NieuwProduct: Product B2,
GewensteIngangsdatum 1 september 2021, 6 uur
per week, einddatum 31 december 2022
Voorbeeld 2a, Actuele situatie:
Toewijzing 789, product A1, vanaf 1 maart 2021, 3
uur per week, einddatum 31 december 2021
Toewijzing 910, product C1, vanaf 1 maart 2021, 4
dagdelen per maand, einddatum 31 december 2021
In oktober 2021 wordt duidelijk: gewenst is om voor
product A1 de levering te verlengen én te verhogen:
vanaf 1 november 2021 met 5 uur per week, tot 1 juli
volgend jaar
Daarnaast is het nodig om na 31 december 2021
ook nog door te gaan met Product C1, ook tot 1 juli..
VOW bericht bevat:
* TeWijzigenProduct: ToewijzingNummer 789,
GewensteIngangsdatum 1 november 2021, 5 uur per
week, einddatum 1 juli 2022
* TeWijzigenProduct: Toewijzingnummer 910,
GewensteIngangsdatum 1 maart 2021, 4 dagdelen
per maand, einddatum 1 juli 2022
Voorbeeld 2b, Actuele situatie:
Toewijzing 789, product A1, vanaf 1 maart 2021, 3
uur per week, einddatum 31 december 2021
Toewijzing 910, product C1, vanaf 1 maart2021, 4
dagdelen per maand, einddatum 31 december 2021
In oktober 2021 wordt duidelijk: gewenst is om voor
product A1 de levering te verlengen én te verhogen:
vanaf 1 november 2021 met 5 uur per week, tot 1 juli
volgend jaar
Daarnaast is het nodig om vanaf 1 januari 2022 ook
nog door te gaan met Product C1, maar dan voor 2
dagdelen per maand, ook tot 1 juli. Dit is een
ingangsdatum die niet overlapt met de actuele
wijziging, dus hiervoor wordt NieuwProduct gebruikt.
VOW bericht bevat:
* OngewijzigdProduct: ToewijzingNummer 910
* TeWijzigenProduct: ToewijzingNummer 789,
GewensteIngangsdatum 1 november 2021, 5 uur per
week, einddatum 1 juli 2022
* NieuwProduct: Product C1
GewensteIngangsdatum 1 januari 2022, 2 dagdelen
per maand, einddatum 1 juli 2022
JW317, WMO317
IV093: Hoe wordt een Toewijzingbericht gevuld naar
aanleiding van een verzoek om wijziging (VOW)
bericht?
Als een toewijzingbericht wordt gestuurd als gevolg
van de honorering van een verzoek om wijziging, dan
bevat deze alle in het verzoek gevraagde wijzigingen.
Er mag geen mix worden gemaakt van wel/niet
toegewezen producten, alles wordt conform de
aanvraag toegewezen. Indien de
GewensteIngangsdatum al gepasseerd is, dan kan in
overeenstemming met de aanbieder de wijziging
hierop aangepast worden, dit betreft alleen de
ingangsdatum en einddatum van de toewijzingen
Alle ToegewezenProducten in het bericht, ook de
ongewijzigde, krijgen dezelfde ReferentieAanbieder
uit het verzoek om wijziging bericht, omdat het een
samenhangend geheel van ToegewezenProducten is,
dat altijd als een geheel wordt toegewezen op basis
van het verzoek.
De vulling van het toewijzingsbericht is afhankelijk
van de gevraagde wijzigingen, de soort actuele
toewijzing, en het moment van toewijzen ten opzichte
van de gewenste ingangsdatum in het Verzoek om
Wijzing.
OngewijzigdProduct:
Voor elke actuele toewijzing waarvoor een
OngewijzigdProduct element is gevuld, wordt in het
toewijzingbericht de toewijzing meegestuurd met
ongewijzigde gegevens. RedenWijzing blijft leeg
omdat er niets wijzigt, en ReferentieAanbieder wordt
overgenomen uit Verzoek om Wijziging.
NieuwProduct:
Voor elk NieuwProduct element wordt in het
toewijzingbericht een toewijzing meegestuurd.
In deze berichtklasse staan nieuwe producten
waarvoor in die periode geen actueel
ToegewezenProduct is. Voor het aanmaken van de
ToegewezenProduct wordt de inhoud overgenomen
uit het Verzoek om Wijziging. RedenWijzing blijft
leeg omdat het een nieuw ToegewezenProduct
betreft, ReferentieAanbieder wordt overgenomen uit
Verzoek om Wijziging.
TeWijzigenProduct:
Voor elke aangevraagde wijziging uit
TeWijzgenProduct wordt een toewijzing (of twee
toewijzingen) opgesteld volgens onderstaande
voorwaarden, conform OP33x1 en OP257.
Actuele toewijzing heeft budget of frequentie 'totaal
binnen geldigheidsduur toewijzing'
Wanneer een actuele toewijzing moet wijzigen van
het type budget of frequentie 'totaal binnen
geldigheidsduur toewijzing', dan betreft dit altijd een
wijziging vanaf de originele begindatum.
Het budget of de totale omvang kan gewijzigd zijn, en
de einddatum kan zijn aangepast, maar
Toewijzingnummer, Product (of geen Product bij
generieke toewijzing) en Begindatum blijven gelijk.
Actuele toewijzing heeft frequentie anders dan 'totaal
binnen geldigheidsduut toewijzing'.
Wanneer een wijziging is gewenst voor dit type
toewijzing, dan is het afhankelijk van de wijziging of
er een nieuwe toewijzing nodig is, of dat de
bestaande toewijzing kan worden gewijzigd.
Bestaande regels OP33x1 en OP257 geven aan, dat
bij het wijzigen van alléén de einddatum de
bestaande toewijzing kan worden aangepast. In de
andere gevallen, dus als de omvang wijzigt, dan moet
de actuele toewijzing beeindigd worden en
aansluitend een nieuwe toewijzing met de nieuwe
omvang toegewezen worden.
De te gebruiken begin- en einddatum hierbij is
afhankelijk van het moment van toewijzen, zie
hieronder.
GewensteIngangsdatum in de toekomst t.o.v.
moment van toewijzen.
Indien het moment van toewijzen voor de gewenste
ingangsdatum van de wijziging ligt, dan worden de
velden uit het verzoek om wijziging ongewijzigd
overgenomen.
Producten in berichtklasse OngewijzigdProduct
Deze bevat alleen een Toewijzingsnummer, dit
refereert naar een actuele toewijzing die ongewijzigd
voortgezet moet worden. In het toewijzingsbericht
wordt deze dan ook ongewijzigd opgenomen, alleen
de ReferentieAanbieder wordt overgenomen uit het
Verzoek om Wijziging. Het element RedenWijziging
blijft leeg.
Producten in berichtklasse TeWijzigenProduct
Hierin staan producten waarvoor een actueel
ToegewezenProduct is, maar waarvoor nu een
wijziging wordt gevraagd. Afhankelijk van wat er als
wijziging gevraagd wordt zijn er twee verschillende
wijzen waarop dit in het toewijzingbericht wordt
opgenomen (zie ook OP257).
* Wanneer aan de voorwaarden van OP257 wordt
voldaan, kan het actueel ToegewezenProduct worden
aangepast en opnieuw worden verstuurd. De
toewijzing houdt hetzelfde ToewijzingNummer. Wel
wordt de ReferentieAanbieder overgenomen uit het
Verzoek om Wijziging en de RedenWijziging wordt
gevuld met geinitieerd door aanbieder. Dit geldt voor
wijzigingen van de Einddatum (intrekken of
oprekken), wijzigingen van het Maximaal Budget en
bij wijzigingen van het Volume indien de Frequentie
de waarde totaal binnen geldigheidsduur toewijzing
heeft.
* In de andere gevallen kan geen aangepast
ToegewezenProduct worden verstuurd, en wordt de
wijziging gerealiseerd in twee gedeelten: het actueel
ToegewezenProduct wordt ingetrokken; krijgt een
einddatum GewensteIngangsdatum minus 1 dag.
RedenWijziging wordt gevuld met geinitieerd door
aanbieder en de ReferentieAanbieder wordt
overgenomen uit het Verzoek om Wijziging.
Daarnaast wordt er een nieuw ToegewezenProduct
gestuurd met als ingangsdatum de
GewensteIngangsdatum en verder de gevraagde
Einddatum, Omvang en/of Budget.
ReferentieAanbieder wordt overgenomen uit het
Verzoek om Wijziging, RedenWijziging blijft leeg
omdat het een nieuwe toewijzing is. Zie voorbeeld 1
hieronder.
GewensteIngangsdatum ligt in het verleden t.o.v.
moment van toewijzen
Als GewensteIngangsdatum op het moment van
toewijzing in het verleden ligt, dan wordt buiten het
berichtenverkeer met de aanbieder afgestemd of het
mogelijk is dat de toewijzing met terugwerkende
kracht gedaan wordt.
Als dat het geval is en geen
rechtmatigheidsproblemen oplevert, dan wordt
toegewezen zoals hiervoor, en wordt
GewensteIngangsdatum uit het verzoek gebruikt.
Als dat niet kan, dan wordt afgestemd op welke
manier de samenhang in het pakket van
ToegewezenProducten kan worden gehandhaafd,
door het kiezen van de juiste datum waarop de
wijzigingen in gaan, zie de voorbeelden 2 en 3
hieronder.
Voorbeeld 1
Lopend ToegewezenProduct is
* ToewijzingNummer 123001, Product E, 4 uur/week,
Ingangsdatum 1 januari 2020, Einddatum 31
december 2020
* ToewijzingNummer 123002, Product F, 3 uur/week,
Ingangsdatum 1 januari 2020, Einddatum 31
december 2020
Medio februari 2020 wordt een wijziging aangevraagd
met daarin ReferentieAanbieder A001
* TeWijzigenProduct: ToewijzingNummer123001,
Product E, 4 uur/week, GewensteIngangsdatum 1
januari 2020, Einddatum 30 juni 2021
* TeWijzigenProduct: ToewijzingNummer123002,
Product F, 6 uur/week, GewensteIngangsdatum 15
maart 2020
De gemeente ontvangt het verzoek, en besluit om het
verzoek te honoreren, en doet dit tijdig, door op 2
maart 2020 het toewijzingbericht te sturen.
De wijziging voor product E kan met een gewijzigd
ToegewezenProduct gedaan worden, omdat wordt
voldaan aan OP33x1.
De wijziging van product F wordt gedaan door het
lopende ToegewezenProduct per 14 maart in te
trekken, en aansluitend een nieuw
ToegewezenProduct met het nieuwe volume te geven
met een startdatum van 15 maart 2020.
Het toewijzingbericht bevat dus:
ToewijzingNummer 123001, Product E, 4 uur/week,
Einddatum 30 juni 2021,
ReferentieAanbieder A001, RedenWijziging is
geinitieerd door aanbieder
ToewijzingNummer 123002, Product F, 3 uur/week,
Einddatum 14 maart 2020
ReferentieAanbieder A001, RedenWijziging is
geinitieerd door aanbieder
ToewijzingNummer 123078, Product F, 6 uur/week,
startdatum 15 maart 2020, Einddatum 31 december
2020, ReferentieAanbieder A001, RedenWijziging is
leeg
Voorbeeld 2
Lopende toewijzing is:
* ToewijzingNummer 345001, Product A,
Ingangsdatum 1 januari 2020, Einddatum 31
december 2020
* ToewijzingNummer 345002, Product B,
Ingangsdatum 1 januari 2020, Einddatum 31
december 2020
Medio februari 2020 wordt een wijziging aangevraagd
met daarin:
* Ongewijzigd laten van Toewijzing 345001
* Wijziging: ToewijzingNummer 345002, product B,
GewensteIngangsdatum 1 januari 2020, Einddatum
15 maart 2020
* Starten van nieuw product C per 16 maart 2020
De toewijzing wordt gedaan per 4 april 2020, omdat
de gemeente eerst onderzoek moest doen. Dan
wordt afgestemd wat er moet gebeuren, en welke
datum moet worden gekozen.
Situatie a: product B en product C zijn aansluitend
nodig, en de aanbieder is doorgegaan met leveren
van A en B.
Dan kan worden afgesproken dat de toewijzing wordt
gestuurd met andere maar nog steeds aansluitende
datums per 4 april 2020
* Product A blijft ongewijzigd
* Product B krijgt een toegewezen einddatum 3 april
2020
* Product C krijgt een toegewezen ingangsdatum 4
april 2020
Situatie b: product B en product C zijn aansluitend
nodig, en de aanbieder is op 16 maart 2020
overgeschakeld naar het leveren van A en C.
Dan kan worden afgesproken dat de toewijzing wordt
gestuurd zoals in het verzoek, met terugwerkende
kracht
* Product A blijft ongewijzigd
* Product B krijgt een toegewezen einddatum 15
maart 2020
* Product C krijgt een toegewezen ingangsdatum 16
maart 2020
NB: Het overschakelen naar product C gebeurt terwijl
er op dat moment nog geen rechtmatigheid is. Dit zal
in afstemming met de gemeente moeten gebeuren
om problemen rond declaratie te voorkomen.
Voorbeeld 3
Lopende toewijzing is:
* ToewijzingNummer 678001, Product X,
Ingangsdatum 1 januari 2019, einddatum 15 maart
2020
Medio februari 2020 wordt een wijziging aangevraagd
met daarin:
* Ongewijzigd laten ToewijzingNummer 678001
* Nieuw product Y, Ingangsdatum 16 maart 2020
De toewijzing wordt gedaan per 4 april 2020, omdat
de gemeente eerst onderzoek moest doen.
Situatie a: product X en product Y zijn aansluitend
nodig, en de aanbieder is op 16 maart 2020 gestart
met het leveren van Y. Dan kan worden afgesproken
dat de toewijzing wordt gestuurd met terugwerkende
kracht zoals in het verzoek.
* Product X blijft ongewijzigd met einddatum 15
maart 2020
* Product Y krijgt een toegewezen ingangsdatum 16
maart 2020
NB: Het starten met leveren van product Y gebeurt
terwijl er op dat moment nog geen rechtmatigheid is.
Dit zal in afstemming met de gemeente moeten
gebeuren om problemen rond declaratie te
voorkomen.
Situatie b: product X en product Y zijn niet strikt
noodzakelijk aansluitend, en door het uitblijven van
de toewijzing is de aanbieder gestopt met leveren per
15 maart 2020.
Dan kan worden afgesproken dat de toewijzing wordt
gestuurd zonder terugwerkende kracht en zonder
aansluiting in de opvolgende toewijzing
* Product X blijft ongewijzigd met einddatum 15
maart 2020
* Product Y krijgt een toegewezen ingangsdatum 4
april 2020
JW301, WMO301
IV094: Hoe wordt een toewijzingbericht gevuld naar
aanleiding van een verzoek om toewijzing (VOT)
bericht?
Als een Toewijzingbericht wordt gestuurd als gevolg
van de honorering van een VOT bericht, dan worden
alle toe te wijzen producten toegewezen met
parameters volgens het oordeel van gemeente.
De gemeente kan per product/productcategorie
afwijken van de met de VOT gevraagde datums en
omvang, of besluiten om een ander product toe te
wijzen (bijvoorbeeld bij gestaffelde producten waarbij
de productcode afhankelijk is van omvang)
In het geval dat er een aspecifiek product met budget
of een generieke toewijzing wordt aangevraagd kan
de gemeente besluiten om een ander budget toe te
wijzen.
Elk toegewezen product krijgt de
ReferentieAanbieder van de betreffende
productaanvraag in het VOT bericht.
Alle andere actuele toegewezen producten voor deze
cliënt bij deze aanbieder worden ook in het
toewijzingbericht opgenomen zodat voldaan wordt
aan OP087, de ReferentieAanbieder is hierbij leeg.
JW301, WMO301
IV095: Hoe moet de juiste gemeente gevuld worden.
Indien de gemeente in het antwoordbericht aangeeft
dat zij niet de verantwoordelijke gemeente is van de
cliënt waarvoor een verzoek om toewijzing is
ingediend, wordt RedenAfwijzingVerzoek in het
antwoordbericht gevuld met de waarde 8
(Woonplaatsbeginsel).
In dat geval moet de gemeente in Gemeente de
gemeentecode meegeven die volgens haar wel de
verantwoordelijke gemeente is. De aanbieder weet
dan bij welke gemeente het verzoek om toewijzing
moet worden ingediend.
Bij alle andere waarden van RedenAfwijzingVerzoek
dient de klasse Woonplaatsbeginsel niet te worden
opgenomen.
JW319
IV096: Hoe wordt de sleutel van een start-
/stopbericht gevuld?
Indien sprake is van inspanningsgericht of
outputgerichte uitvoeringsvariant, zal het
toewijzingnummer gebruikt worden als sleutel tussen
het start-/stopbericht en de toewijzing.
Bij een taakgerichte uitvoeringsvariant, is geen
sprake van een toewijzing, daarom zal de sleutel
bestaan uit product en ingangsdatum.
JW305, JW307, WMO305, WMO307
IV097: Hoe wordt ReferentieAanbieder gevuld in een
ToegewezenProduct?
De ReferentieAanbieder wordt alleen gevuld wanneer
een toewijzing wordt gestuurd als direct gevolg van
een verzoek om toewijzing of een verzoek om
wijziging.
Als een nieuwe of gewijzigde toewijzing wordt
gestuurd op initiatief van de gemeente wordt
ReferentieAanbieder niet gevuld, ook niet als in een
eerder bericht ToegewezenProduct (met hetzelfde
ToewijzingNummer) wel een gevuld element
ReferentieAanbieder had.
Voorbeeld:
Na een verzoek om toewijzing wordt als gevolg
daarvan een ToegewezenProduct gestuurd, deze
bevat dan ReferentieAanbieder. Na verloop van tijd
stuurt de gemeenten op haar initiatief een gewijzigde
ToegewezenProduct, bijvoorbeeld met een
Einddatum ingevuld. Deze gewijzigde toewijzing heeft
dan geen ReferentieAanbieder omdat het geen direct
gevolg van een verzoek is.
Bij een verzoek om toewijzing heeft ieder gevraagd
product een apart ReferentieAanbieder. Bij de
ToegewezenProducten die als direct gevolg van deze
aanvraag worden gestuurd krijgt elk
ToegewezenProduct de ReferentieAanbieder uit het
overeenkomstige gevraagde product.
Bij een verzoek om wijziging gaat het om een
samenhangend geheel met 1 ReferentieAanbieder
voor alle wijzigingen en/of extra producten.
In het toewijzingbericht dat als gevolg van dit verzoek
wordt gestuurd krijgen alle producten dezelfde
ReferentieAanbieder in ToegewezenProduct..
Voorbeeld:
Er lopen twee toegewezen producten:
* ToewijzingNummer 345001, Product A,
Ingangsdatum 1 januari 2020, einddatum 31
december 2020
* ToewijzingNummer 345002, Product B,
Ingangsdatum 1 januari 2020, einddatum 31
december 2020
Er wordt een verzoek om wijziging gestuurd om de
toewijzing van Product B te verlengen met een half
jaar t/m 30 juni 2021, met ReferentieAanbieder
667788 (NB: beide producten moeten opgenomen
worden in het verzoek om wijziging.)
Als de gemeente dit verzoek honoreert dan wordt een
toewijzing gestuurd met beide ToegewezenProducten
(conform regel OP087) met beiden dezelfde
ReferentieAanbieder:
* ToewijzingNummer 345001, Product A,
Ingangsdatum 1 januari 2020, einddatum 31
december 2020, Referentieaanbieder 667788
* ToewijzingNummer 345002, Product B,
Ingangsdatum 1 januari 2020, einddatum 30 juni
2021, Referentieaanbieder 667788
JW301, WMO301
IV099: Wanneer moet RedenWijziging worden
gevuld?
RedenWijziging geeft aan of ToegewezenProduct in
een toewijzingsbericht is gewijzigd ten opzichte van
de laatste keer dat deze (met hetzelfde
ToewijzingNummer) is verstuurd.
Indien het toegewezen product met hetzelfde
toewijzingsnummer ongewijzigd is ten opzichte van
de laatst verzonden toewijzing, dan is
RedenWijziging leeg.
Op het moment dat er wel een wijziging heeft
plaatsgevonden, wordt RedenWijziging gevuld met
de code die past bij de wijziging die is doorgevoerd.
Bij de initiële toewijzing van een product (een nieuwe
toewijzing met een nieuw toewijzingsnummer) is
RedenWijziging altijd leeg.
JW301, WMO301
Tabelgrafiek
Invulinstructies Jw