Invulinstructie
Op deze pagina wordt een overzicht getoond van alle regels die onderdeel zijn van iEb 4.0.
Op deze pagina wordt een overzicht getoond van alle regels die onderdeel zijn van iEb 4.0.
Code | Titel en documentatie | Uitwerking van regel(s) |
---|---|---|
IV008 | IV008: Hoe moet worden omgegaan met correcties? In het berichtenverkeer bestaat de mogelijkheid om eerder verstuurde berichtklassen te corrigeren of te verwijderen. Om aan te geven dat een berichtklasse dient te worden gecorrigeerd, wordt StatusAanlevering van de betreffende berichtklasse gevuld met de waarde 2 (gewijzigde aanlevering). De te wijzigen berichtklasse wordt geidentificeerd door de (logische) sleutel van de klasse. Om aan te geven dat een aanlevering dient te worden verwijderd, wordt StatusAanlevering van de betreffende berichtklasse gevuld met de waarde 3 (verwijderen aanlevering). De te verwijderen aanlevering wordt geidentificeerd door de (logische) sleutel van de berichtklasse. De waarde van de niet-sleutelelementen uit de te verwijderen berichtklasse zijn niet relevant voor de verwijdering. Het is dan ook niet van belang of deze worden overgenomen uit het originele bericht. | n.v.t. |
IV028 | IV028: Hoe wordt een retourbericht opgesteld? Een retourbericht wordt gestuurd om de zender te informeren over de beoordeling (technisch/inhoudelijk) van het heenbericht. Voor ieder heenbericht wordt slechts 1 retourbericht gestuurd (1-op-1). De ontvanger stuurt altijd een retourbericht naar de verzender. Een retourbericht wordt als volgt opgebouwd: Een retourbericht bevat altijd een Header.
Wat na de Header volgt is afhankelijk van of en op welk controleniveau fouten zijn geconstateerd: Er zijn geen fouten geconstateerd: #Wanneer geen fouten geconstateerd zijn, is het heenbericht volledig goedgekeurd. Het retourbericht bevat in dat geval alleen een Header, zonder retourcodes. Controleniveau 1: Er zijn fouten geconstateerd bij XSD-validatie #Indien het bericht niet valideert tegen het XSD krijgt de afzender een foutmelding. Er wordt geen retourbericht verzonden. Controleniveau 2: Er zijn fouten geconstateerd bij XSLT-validatie #Voor alle regels die binnen een bericht gecontroleerd kunnen worden, maar die niet via het XSD gevalideerd kunnen worden, zijn XSLT’s beschikbaar die gebruikt kunnen worden om de controles uit te voeren. Wanneer een bericht een fout oplevert bij een controle op één van deze regels wordt alleen de Header retour gestuurd met de algemene retourcode 0001 (Bericht is afgekeurd om technische redenen). Controleniveau 3 of 4: Er zijn fouten geconstateerd op berichtoverstijgende controles of controles tegen een externe bron #Indien er een fout geconstateerd is in de Header, bevat het retourbericht alleen de Header met daarbij de retourcode van de regel op basis waarvan de fout geconstateerd is.
Bijvoorbeeld: Het CAK ontvangt een eigenbijdragebericht beschermd wonen met daarin een PeriodeEigenBijdrageBw met StatusAanlevering 3 (verwijderen aanlevering), maar heeft niet eerder een Eigenbijdragebericht beschermd wonen met hetzelfde BwStartNummer en StatusAanlevering 1 (eerste aanlevering) ontvangen. Het bericht wordt dan afgekeurd op basis van TR103. In het retourbericht worden in deze situatie de volgende retourcodes gevuld:
| OP090 |
IV032 | IV032: Welke retourcode moet gevuld worden in het retourbericht? Welke retourcode gevuld moet worden, wordt bepaald door controle op basis waarvan het bericht wordt afgekeurd. Deze controles zijn beschreven als technisch te controleren regels die op verschillende niveaus gecontroleerd worden. Bij iedere technisch te controleren regel is aangegeven op welk controleniveau deze gecontroleerd wordt. Indien van toepassing is ook aangegeven welke retourcode gebruikt moet worden in het retourbericht indien op basis van de regel een heenbericht wordt afgekeurd. Een ontvangen heenbericht wordt op vier niveaus gecontroleerd: Controleniveau 1: berichtformaat (XSD) #Het bericht wordt gevalideerd tegen het XSD. Indien het bericht niet valideert, krijgt de afzender een foutmelding. Er wordt geen retourbericht verzonden. Regels op dit controleniveau hebben daarom geen retourcode. Controleniveau 2: berichtinhoud (XSLT) #Het bericht wordt gecontroleerd tegen alle regels (technische regels, condities en constraints) die binnen het bericht zelf te controleren zijn. Voor deze regels zijn XSLT’s beschikbaar die gebruikt kunnen worden om de controles uit te voeren. Deze regels hebben een algemene retourcode (0001) die gevuld wordt in het retourbericht. Wanneer fouten worden geconstateerd bevat het retourbericht alleen de Header met retourcode 0001 (Bericht is technisch onjuist). Wanneer de ter beschikking gestelde XSLT’s gebruikt zijn, moet bovendien het versienummer van de XSLT’s worden meegegeven. Controleniveau 3: berichtoverstijgend #Het bericht wordt gecontroleerd op alle technische regels die berichtoverstijgend zijn. Dat wil zeggen dat de informatie in het heenbericht gecontroleerd wordt ten opzichte van informatie in één of meer eerder ontvangen domeinspecifieke berichten. Deze regels hebben een eigen retourcode die gevuld wordt in het retourbericht bij de berichtklasse waarin de fout geconstateerd is. Indien een fout geconstateert is, leidt dit tot volledige afkeur van het bericht. Controleniveau 4: externe bron #Het bericht wordt gecontroleerd op alle technische regels waarvoor informatie nodig is die geen onderdeel is van het iStandaarden berichtenverkeer. Dit betreft bijvoorbeeld:
Deze regels hebben een eigen retourcode die gevuld wordt in het retourbericht bij de berichtklasse waarin de fout geconstateerd is. Indien een fout geconstateert is, leidt dit tot volledige afkeur van het bericht. | n.v.t. |
IV033 | IV033: Hoe moet XsltVersie gevuld worden? Wanneer de ontvanger fouten constateert in een bericht op basis van de ter beschikking gestelde XSLTs, wordt in het retourbericht aangegeven welke XSLT-versie gebruikt is voor de controle. Dit versienummer is opgenomen in de output van de XSLTs en dient overgenomen te worden in het retourbericht. | n.v.t. |
IV034 | IV034: Hoe moet XsdVersie gevuld worden? De waarde voor de elementen BasisschemaXsdVersie en BerichtXsdVersie in het datatype CDT_XsdVersie moeten overgenomen worden uit de schemadefinitie (XSD) waarop het bericht gecreëerd/gebaseerd is. Deze waarden staan in de schemadefinitie respectievelijk in /xs:schema/xs:annotation/xs:appinfo/<namespace>:BasisschemaXsdVersie en /xs:schema/xs:annotation/xs:appinfo/<namespace>:BerichtXsdVersie .
Voor <namespace> wordt de namespace van de desbetreffende iStandaard ingevuld, bijv. ‘iWlz’, ‘iWmo’, enz. | n.v.t. |
IV046 | IV046: Welke gemeentecode moet gevuld worden? In de header van de berichten wordt de gemeente opgenomen die volgens de wet verantwoordelijk is voor zorg of ondersteuning aan de client. Voor aanduiding van de gemeente wordt de CBS codelijst gehanteerd. | n.v.t. |
IV106 | IV106: Hoe moet de startdatum gevuld worden bij initiele aanlevering eigenbijdragebericht? Bij de initiele aanlevering van een eigenbijdragebericht mag de startdatum maximaal de wettelijke termijn voor oplegging eigen bijdrage in het verleden liggen. In het uitvoeringsbesluit Wmo 2015 wordt de periode waarover de client eigen bijdrage verschuldigd is wettelijk beperkt. | OP241 |
IV107 | IV107: Hoe moet een eigenbijdragebericht gevuld worden bij gewijzigde aanlevering? Bij de gewijzigde aanlevering van een eigenbijdragebericht mag een gewijzigde startdatum en/of gewijzigde stopdatum maximaal de wettelijke termijn voor herziening eigen bijdrage in het verleden liggen. In het uitvoeringsbesluit Wmo 2015 wordt de periode waarover de client eigen bijdrage verschuldigd is of waarover de client restitutie van de eigen bijdrage kan ontvangen, bij een herziening wettelijk beperkt.Het CAK kan hierdoor een oplegging maximaal over deze wettelijk beperkte periode herzien. Voor wijzigen van periode eigen bijdrage wordt een gelijke beperking aangehouden. | OP372 |