Bedrijfsregel

Code	Titel en documentatie	Uitwerking van regel(s)	Uitgewerkt in regel(s)
OP001	OP001: Van een client wordt vastgelegd wie de gezagsdrager is. Indien het een client betreft die 16 jaar of ouder is kan het gezag over de jeugdige ook bij de client zelf liggen.	UP004	n.v.t.
OP002	OP002: De gemeente stuurt in de toewijzing gegevens van de gezagsdrager van de client mee. De gezagsdrager wordt opgenomen als relatie van de client.	UP004	OP002x1, OP002x2
OP002x1	OP002x1: Indien een aanbieder in een Verzoek om toewijzing heeft aangegeven dat de gezagsdrager bekend is, hoeft in de daaropvolgende toewijzing de gezagsdrager niet meegegeven te worden.	OP002	n.v.t.
OP002x2	OP002x2: Indien het gezag over een client bij de jeugdige zelf ligt, wordt deze niet nogmaals als relatie opgenomen in de toewijzing.	OP002	n.v.t.
OP003	OP003: Het gestandaardiseerd berichtenverkeer wordt niet gebruikt indien, naar oordeel van een (zorg)professional, de overdracht van clientgegevens ernstige risico's met zich meebrengt voor de veiligheid van de client. Dit kan bijvoorbeeld gelden voor cliënten die opgenomen zijn of worden in een “blijf-van-mijn-lijf” huis.	UP003	n.v.t.
OP011	OP011: De aanbieder meldt de begindatum van de levering nadat de ondersteuning daadwerkelijk is aangevangen.	UP026	n.v.t.
OP033	OP033: Voor het doorgeven van wijzigingen en correcties op een eerder verzonden bericht, moet gebruik gemaakt worden van de systematiek van status aanlevering. Correcties op een melding start product zijn uitsluitend toegestaan voor het geleverde product. Als de ondersteuning beeindigd is, kan de aanvang niet meer op deze manier gecorrigeerd worden. Met de status aanlevering van een berichtklasse kan worden aangegeven of: een berichtklasse nieuw is (waarde 1); een berichtklasse gewijzigd is (waarde 2); Een wijziging betekent dat de actuele aanlevering met dezelfde sleutel vervangen wordt. een berichtklasse verwijderd moet worden (waarde 3). Een verwijdering betekent dat de vorige aanlevering(en) met dezelfde sleutel als niet verzonden beschouwd moet worden.	UP017	IV008, IV074, OP033x1, OP033x2, TR071, TR074
OP033x1	OP033x1: Een afgegeven toewijzing mag gewijzigd worden waarbij de wijziging met een nieuw bericht moet worden doorgegeven. De volgende wijzigingen in de einddatum zijn toegestaan: Intrekken: aanpassen van de gewenste einddatum toewijzing zodat de periode korter wordt (NB dit is alleen toegestaan in overleg met de aanbieder). Oprekken: aanpassen van de gewenste einddatum toewijzing zodat de periode langer wordt (NB dit is alleen toegestaan in overleg met de aanbieder). Verwijderen: de einddatum van de toewijzing wordt gewijzigd zodat deze gelijk is aan de ingangsdatum van de toewijzing. Daarbij wordt RedenWijziging gevuld met 13 (Verwijderd). Een verwijdering betekent dat de toewijzing als niet verzonden beschouwd moet worden. De volgende wijzigingen in volume en maximaal budget zijn toegestaan: Volume wijzigen: Als de omvang is gespecificeerd met in Frequentie de waarde “Totaal binnen geldigheidsduur toewijzing”, dan mag Volume worden aangepast. Indien dit op verzoek van de aanbieder (via een verzoek om wijziging) is, mag dit zonder overleg worden aangepast door de gemeente. Indien de gemeente het initiatief tot aanpassing van het volume neemt, mag dit alleen in overleg met en na instemming van de aanbieder worden aangepast. Budget wijzigen: Als Budget op verzoek van de aanbieder (via een verzoek om wijziging) wordt gewijzigd, mag dit zonder overleg worden aangepast door de gemeente. Indien de gemeente het initiatief tot aanpassing van het maximale budget neemt, mag dit alleen in overleg met en na instemming van de aanbieder worden aangepast. De meest recente toewijzing op toewijzingsdatum en -tijd is bepalend voor de inhoud van de toewijzing.	OP033	IV066
OP033x2	OP033x2: Het gebruik van status aanlevering met waarde 2 (een berichtklasse is gewijzigd) is niet toegestaan. Wijzigingen en correcties kunnen daarom niet altijd in één bericht worden doorgegeven.	OP033	n.v.t.
OP039	OP039: In het berichtenverkeer mogen ketenpartijen clientgegevens doorgeven zoals deze in de administratie van de betreffende ketenpartij voorkomen, mits deze gegevens geen onderdeel zijn van een logische sleutel. Het staat ketenpartijen vrij om gewijzigde gegevens uit het berichtenverkeer over te nemen in hun administratie.	UP023	IV002, IV007, IV045, IV047
OP043	OP043: Indien aan een client een PGB is toegekend is, mag op hetzelfde moment voor hetzelfde product geen toewijzing zijn afgegeven. Een toewijzing eindigt (uiterlijk) op de dag voorafgaand aan de ingangsdatum van het PGB.	UP004	n.v.t.
OP047	OP047: Als een bericht niet aan de geldende standaard voldoet, mag het bericht afgekeurd worden.	UP017	CS139, TR002, TR056, TR063, TR101, TR134, TR135, TR137, TR371, TR375, TR378, TR381, TR411, TR412
OP065	OP065: Een retourbericht bevat alleen informatie over clienten waarvan berichtklassen zijn afgekeurd Clienten waarvan alle berichtklassen volledig zijn goedgekeurd worden dus niet mee teruggestuurd in het retourbericht. Het retourbericht bevat alleen clienten waarvan in één of meer berichtklassen, over of behorend bij die client, fouten zijn geconstateerd. In dat geval wordt de berichtklasse Client inclusief alle onderliggende berichtklassen retour gezonden, voorzien van retourcodes.	UP017	IV028, IV032
OP071	OP071: Elke relatie krijgt een uniek nummer per gemeente per client. Dit nummer mag niet gewijzigd worden.	UP017	n.v.t.
OP072	OP072: Pas na een melding start ondersteuning mag een aanbieder melden dat de levering beeindigd is. In het bericht moet gerefereerd worden aan de start van de levering.	UP017	TR018, TR019, TR382
OP076	OP076: Van iedere contactpersoon (relatie) moet worden opgegeven in welke relatie deze tot de client staat. Gegevens over een contactpersoon mogen alleen worden opgenomen indien noodzakelijk voor communicatie met de client.	UP017, UP023, UP024	n.v.t.
OP079	OP079: Het is verplicht om gebruik te maken van het BSN van de client in de onderlinge uitwisseling van gegevens.	UP006, UP024	n.v.t.
OP080	OP080: Aan het tijdstip waarop en de volgorde waarin berichten worden ontvangen en verwerkt kunnen ketenpartijen geen betekenis hechten. Hoewel ongewenst kan het noodzakelijk zijn een bericht met terugwerkende kracht te moeten versturen, bijvoorbeeld als gevolg van een bezwaarprocedure. Dit kan aanleiding zijn voor een serie berichten die vervolgens met terugwerkende kracht moeten worden verstuurd. Daarnaast kan ook het afkeuren en corrigeren van berichten er toe leiden dat berichten in een andere volgorde worden verwerkt dan bedoeld. In deze situatie is het te adviseren om de ontvangst van retourberichten af te wachten om afkeur op een vervolgbericht te voorkomen.	UP017	IV013
OP086	OP086: Ondersteuningsproducten met een inspannings- of outputgerichte uitvoering worden altijd door de gemeente toegewezen met een bericht.	UP001, UP004, UP026	IV074
OP087	OP087: Een toewijzingsbericht bevat voor 1 client altijd alle toewijzingen voor 1 aanbieder die op of na de aanmaakdatum van het bericht geldig zijn plus alle toewijzingen die gewijzigd zijn ten opzichte van het voorgaande toewijzingsbericht. Deze regel is van toepassing indien voor 1 client meerdere producten toegewezen zijn. Alle geldige toewijzingen binnen 1 client, voor 1 aanbieder worden in 1 toewijzingsbericht geplaatst en naar de betreffende aanbieder gestuurd inclusief de toewijzingen die gewijzigd zijn sinds het laatst verstuurde toewijzingsbericht voor deze client en aanbieder. Denk hierbij aan intrekkingen die zijn gedaan en waar de aanbieder nog niet van op de hoogte is. Toewijzingen met einddatum gelijk aan ingangsdatum en RedenWijziging gevuld met 13 (Verwijderd) worden niet gezien als actuele toewijzing. Ook toewijzingen met einddatum gelijk aan ingangsdatum en RedenWijziging gevuld met 01 (Administratieve correctie (vervallen)) worden niet gezien als actuele toewijzing. Voor iedere client waarbij een toewijzing verandert, wordt een toewijzingsbericht gestuurd voor alle actuele toewijzingen voor die aanbieder behorende bij die client.	UP003, UP004	n.v.t.
OP090	OP090: Voor ieder ontvangen bericht wordt binnen drie werkdagen na ontvangst een retourbericht verzonden. De verzendende partij van het heenbericht is verantwoordelijk voor het signaleren van het ontbreken van een retourbericht en dient actie te ondernemen.	UP017	IV028, OP090x2, OP090x4
OP090x2	OP090x2: Indien voor een ontvangen bericht geen retourbericht kan worden gemaakt moet de ontvangende partij dit buiten het berichtenverkeer om melden aan de verzendende partij.	OP090	n.v.t.
OP090x4	OP090x4: Voor ieder ontvangen declaratiebericht wordt binnen 10 werkdagen na ontvangst een declaratie-antwoordbericht verzonden. Indien de gemeente niet binnen 10 werkdagen een declaratie-antwoordbericht kan versturen, neemt de gemeente buiten het berichtenverkeer om contact op met de aanbieder. De aanbieder is verantwoordelijk voor het signaleren van het ontbreken van een declaratie-antwoordbericht en dient, indien er nog geen contact geweest is met de gemeente, actie te ondernemen.	OP090	TR367
OP091	OP091: Van een client mogen aanvullende contactgegevens vastgelegd worden; er moet dan wel vastgelegd worden wat voor soort adres het betreft.	UP023	TR006, TR061
OP095	OP095: Een bericht mag niet worden afgekeurd op basis van informatie waartoe de verzendende partij geen toegang heeft.	UP017	n.v.t.
OP130	OP130: Van de relatie moet altijd een naam worden vastgelegd, aangevuld met een volledig adres en/of een telefoonnummer.	UP023	TR006
OP155	OP155: Een (tijdelijke) beeindiging van levering, bevat een verwijzing naar de laatste melding van de start van de levering.	UP017	TR382
OP179	OP179: De grootte van verzonden bestanden mag niet meer zijn dan 25 Mb. Deze regel wordt niet naar de techniek vertaald; daar waar grotere bestanden verwerkt kunnen worden is dat uiteraard toegestaan. Daar waar de grootte van bestanden tot problemen in de verwerking leidt, is deze regel bedoeld om duidelijk te maken dat de verzender de bestandsgrootte moet aanpassen.	UP017	n.v.t.
OP186	OP186: Het beeindigen van een toewijzing op een datum die in het verleden ligt kan alleen in overeenstemming met de betreffende aanbieder Deze regel is van toepassing op dié situaties waarin de aanbieder niet had kunnen weten dat hij geen ondersteuning meer mocht leveren.	UP004, UP017	n.v.t.
OP191	OP191: Het gebruik van ongestructureerde informatie dient tot een minimum beperkt te worden. Commentaar mag in de berichten gebruikt worden om extra informatie op te nemen. Het commentaar bevat een toelichting op de betreffende berichtklasse, die niet elders in het bericht kan worden opgenomen. Commentaar in het bericht mag geen tot een persoon herleidbare gegevens bevatten zonder toestemming van die persoon.	UP003, UP017	n.v.t.
OP192	OP192: Verzonden berichten moeten voldoen aan de technische eisen. Het berichtuitwisselingsformaat is XML. De bestandcodering is UTF-8. Het gebruik van Byte-Order-Mark (BOM) is niet toegestaan. Het einderegel teken is een combinatie van CR/LF (Windows einde-regel teken). Gebruik xml als bestandextensie voor het bestand waar het XML bericht in opgenomen is.	UP017	n.v.t.
OP252	OP252: Bij een (deels) onbekende geboortedatum moet aangegeven worden welk deel van de geboortedatum betrouwbaar is.	UP017	CS139
OP254	OP254: In de iJw berichten worden AGB-codes gebruikt voor routering van de berichten en voor identificatie van de aanbieder.	UP017	n.v.t.
OP257	OP257: Bij een wijziging van de zorgvraag wordt voor het betreffende product een nieuwe toewijzing afgegeven. Bij een wijziging van de zorgvraag wordt voor het betreffende product een nieuwe toewijzing afgegeven of voor het betreffende product wordt een gewijzigde toewijzing gestuurd. Bij het afgeven van een nieuwe toewijzing wordt een eventueel bestaande toewijzing beeindigd indien: De omvang van de te leveren ondersteuning wijzigt: er is meer of minder ondersteuning nodig op hetzelfde product dan vastgesteld in de bestaande toewijzing, behalve wanneer de omvang is gedefinieerd met een frequentie totaal binnen geldigheidsduur. Het product wijzigt: de client heeft recht op een ander product dan vastgesteld in de bestaande toewijzing. Het heeft de voorkeur een bestaande toewijzing aan te passen indien: De einddatum van de te leveren zorg of ondersteuning wijzigt (intrekken of oprekken) Het volume wijzigt bij een frequentie totaal binnen geldigheidsduur toewijzing Het maximaal budget wordt gewijzigd	UP007	IV093
OP258	OP258: Bij een beeindiging van een toewijzing wordt de aanbieder hiervan op de hoogte gebracht met een toewijzingbericht.	UP007	n.v.t.
OP259	OP259: Het is niet toegestaan om een zorg- of ondersteuningsproduct gestapeld toe te wijzen Gestapeld betekent dat voor een client hetzelfde zorg- of ondersteuningsproduct meerdere keren wordt toegewezen aan dezelfde aanbieder voor (gedeeltelijk) dezelfde periode. Hetzelfde zorg- of ondersteuningsproduct betekent dezelfde productcode of dezelfde productcategorie indien productcode niet gevuld is. Indien productcategorie leeg is, geldt dat er geen ander toegewezen product voor (gedeeltelijk) dezelfde periode naast mag staan. Verwijderde toewijzingen (waarvan de einddatum gelijk is aan de ingangsdatum en de reden wijziging is gevuld met 13 (Verwijderd)) maken geen onderdeel uit van de bepaling of sprake is van stapeling. Deze toewijzingen worden niet gezien als actuele toewijzing. Hetzelfde geldt voor toewijzingen met reden wijziging 01 (Administratieve correctie (vervallen)) en einddatum gelijk aan ingangsdatum.	UP007	TR302
OP260	OP260: Een ondersteuningsproduct wordt omschreven als een Productcategorie en kan nader gespecificeerd worden met een Productcode.	UP016	n.v.t.
OP261	OP261: Per ondersteuningsproduct wordt vastgelegd of de uitvoering inspanningsgericht, outputgericht of taakgericht is.	UP026	IV074
OP262	OP262: Voor ondersteuningsproducten met een inspanningsgerichte uitvoering wordt een tarief per tijdseenheid afgesproken behalve voor ondersteuningsproducten met de eenheid stuks (inspanning) daar wordt een tarief per stuk afgesproken.	UP026, UP028	IV042, IV074, TR418
OP263	OP263: Voor ondersteuningsproducten met een outputgerichte werkwijze wordt een tarief per stuk afgesproken of wordt afgesproken dat een bedrag in euro's over een vastgestelde periode wordt vastgesteld. Wanneer gemeenten en aanbieders kiezen voor een outputgerichte werkwijze moeten er duidelijke afspraken worden gemaakt over wat precies wordt verstaan onder de gewenste output en hoe kan worden vastgesteld hoe de output is behaald.	UP028	IV042, IV074
OP264	OP264: Voor ondersteuningsproducten met een outputgerichte werkwijze wordt vastgesteld op welk moment gedeclareerd wordt. Bijvoorbeeld bij afronding van een traject, per behaalde mijlpaal of periodiek een vast bedrag.	UP026, UP028	IV074
OP267	OP267: De aanbieder declareert in een eenheid die aansluit bij de toewijzing.	UP027	CS339, IV081, TR341, TR346, TR358
OP270	OP270: Aanbieder en gemeente maken onderling afspraken over de door te geven begin- en einddatum in de regieberichten. Het gebruik van de regieberichten is voor de uitvoeringsvarianten inspannings- en outputgericht verplicht. Binnen de Jeugdwet maken gemeente en aanbieder onderling afspraken welke datums gehanteerd moeten worden om de start en stop van de levering door te geven. Deze afspraak kan per product afwijken, maar dit heeft niet de voorkeur.	UP017, UP026	n.v.t.
OP271	OP271: De aanbieder verzendt een startbericht binnen vijf werkdagen na de daadwerkelijke datum waarop de ondersteuning gestart is Indien de ondersteuning met terugwerkende kracht is toegewezen, binnen vijf werkdagen na ontvangst van het toewijzingbericht.	UP017	n.v.t.
OP272	OP272: De aanbieder verzendt een stopbericht binnen vijf werkdagen na de daadwerkelijke datum waarop de ondersteuning beeindigd is. Het verzenden van de definitieve stop, volgend op een tijdelijke stop, hoeft niet binnen 5 werkdagen na het stoppen van de levering te zijn. Wel moet het stopbericht binnen 5 werkdagen nadat bekend is dat de levering definitief gestopt is verstuurd worden.	UP017	n.v.t.
OP274	OP274: Na ontvangst van een verzoek om toewijzing stuurt de gemeente per aangevraagd product binnen 5 werkdagen ofwel een toewijzingbericht ofwel een antwoordbericht aan de aanbieder. Als een antwoordbericht in VerzoekAntwoord de waarde 2 (Aanvraag in onderzoek) bevat, dan wordt binnen 8 weken na dagtekening van het verzoek ofwel een toewijzing bericht ofwel een antwoordbericht met in VerzoekAntwoord de waarde 1 (Verzoek afgewezen) gestuurd. Er moet altijd uiteindelijk ofwel een toewijzingsbericht ofwel een antwoordbericht met in VerzoekAntwoord de waarde 1 (Verzoek afgewezen) worden gestuurd voor elk aangevraagd product uit het verzoek om toewijzing.	UP004	TR379
OP275	OP275: Iedere toewijzing binnen één gemeente heeft een uniek nummer per wettelijk domein.	UP004	IV046, IV066, TR332
OP276	OP276: De aanbieder declareert voor een client waarvoor de aanbieder een toewijzing ontvangen heeft.	UP027	TR304, TR384
OP279	OP279: De aanbieder declareert een product binnen de toegewezen periode.	UP027	IV084, TR307, TR308
OP280	OP280: Een declaratiebericht heeft betrekking op één declaratieperiode. Een declaratiebericht over een periode kan prestaties bevatten uit eerdere declaratieperioden.	UP025	CS340, IV084, IV089, IV090, TR319
OP281	OP281: Een declaratiebericht kan prestaties van één of meer clienten bevatten.	UP025	n.v.t.
OP283	OP283: Iedere prestatie krijgt een uniek nummer per aanbieder per wettelijk domein.	UP025	TR314, TR315, TR316, TR323
OP284	OP284: Indien iedere declaratieperiode zorg is geleverd door de aanbieder, moeten de declaratieperioden aansluitend zijn in opvolgende declaratieberichten. Als gedurende een volledige declaratieperiode door de aanbieder geen zorg is geleverd, zal de aanbieder over die betreffende periode geen declaratie indienen. Tenzij in deze declaratieperiode correcties op voorgaande declaraties moeten worden verstuurd. Dit betekent dat er hiaten in de opvolgende declaratieperioden kunnen voorkomen. Het hiaat heeft altijd de duur van 1 of meer kalendermaanden. Overlap van declaratieperiode is (voor correcties) toegestaan op de laatst ingediende declaratieperiode. Zie ook IV090.	UP017	TR318
OP286	OP286: Als de ontvanger een technische fout constateert, keurt deze het bericht in zijn geheel af en laat hij dit weten aan de verzender. Het bericht moet daarmee functioneel als niet-verzonden worden beschouwd	UP017	IV032
OP288	OP288: Indien de start van de levering gemeld is met een Startbericht, wordt de beeindiging van die levering altijd doorgegeven met een Stopbericht. Dit geldt ook wanneer de levering volgens plan en/of op de einddatum van de toewijzing beeindigd wordt.	UP017	TR382
OP289	OP289: Bij een toegewezen product kan slechts één Startbericht actueel zijn. Op ieder moment kan er maar één begindatum zijn van een levering die gestart is naar aanleiding van één toegewezen product of productcategorie. Een startbericht kan dus nooit volgen op een startbericht voor hetzelfde toegewezen product, tenzij er voor dat toegewezen product een (tijdelijke) beeindiging is doorgegeven in een stopbericht, óf tenzij het een correctie betreft van het eerdere startbericht (zie IV008). Let op: een product kan hierbij niet gevuld zijn (generiek) of bestaan uit alleen een productcategorie (aspecifiek) ofwel een productcategorie en een productcode (specifiek).	UP017	IV008, TR326
OP295	OP295: Het gebruik van regieberichten is verplicht. Het gebruik van de regieberichten is voor de uitvoeringsvarianten inspannings- en outputgericht verplicht. Een Stopbericht kan alleen worden verstuurd indien er een bijbehorend Startbericht aanwezig is. Bij leveringen gestart voor het verplicht stellen van de regieberichten (iWmo/iJw release 2.4) kan het zo zijn dat er geen Startbericht gestuurd is. Bij eindigen van de levering kan in dat geval geen Stopbericht worden verstuurd.	UP001, UP017	n.v.t.
OP296	OP296: Het ingediende Verzoek om Toewijzing dient te passen binnen de gemaakte contractafspraken tussen gemeente en aanbieder.	UP001, UP017, UP028	n.v.t.
OP297	OP297: Indien de zorgverlenercode van de verwijzer bekend is, dient de aanbieder deze mee te geven in het verzoek om toewijzing. Indien bij de verwijzing van huisarts, Jeugdarts, Gecertificeerde instelling of Medisch specialist een zorgverlenerscode (AGB-code van het Zorgpartijtype Zorgverlener) is meegegeven, dient bij de verwijzing deze ZorgverlenerCode gevuld te worden. Indien de zorgaanbieder deze informatie niet heeft, mag worden volstaan met de naam van de verwijzer.	UP001, UP017, UP024	CD066, CD067, CD068
OP298	OP298: Het verlagen van het Volume bij de frequentie totaal binnen geldigheid toewijzing is alleen toegestaan na overleg met en instemming van de betreffende aanbieder.	UP031	n.v.t.
OP299	OP299: Het verlagen van het Budget is alleen toegestaan na overleg met en instemming van de betreffende aanbieder. Indien dit op verzoek van de aanbieder (via een verzoek om wijziging) is, mag dit zonder overleg worden aangepast door de gemeente.	UP031	n.v.t.
OP302	OP302: De aanbieder declareert een zorg- of ondersteuningsproduct dat aansluit bij de toewijzing. De in de declaratie ingediende prestatie moet passen bij de toewijzing. Dit betekent onder andere dat de prestatie hetzelfde óf (een) nader gespecificeerd(e) zorg- of ondersteuningsproduct bevat als de toewijzing. Bij een specifieke toewijzing (productcategorie en productcode zijn beiden gevuld in de toewijzing) wordt hetzelfde zorg- of ondersteuningsproduct gedeclareerd, ofwel dezelfde combinatie van productcategorie en productcode. Bij een aspecifieke toewijzing (in de toewijzing is alleen productcategorie gevuld, productcode is leeg) worden 1 of meer nader gespecificeerde zorg- of ondersteuningsproducten gedeclareerd. Dat betekent dat de aanbieder binnen de toegewezen productcategorie 1 of meer productcode(s) declareert die volgens de gehanteerde productcodelijst horen bij die productcategorie. Bij een generieke toewijzing (in de toewijzing is alleen het budget gevuld, productcategorie en productcode zijn leeg), declareert de aanbieder 1 of meer productcategorie(en) met bijpassende productcode(s) passend binnen het afgesproken contract met de gemeente.	UP027	TR338, TR339, TR340, TR369
OP303	OP303: Het declaratie-antwoordbericht bevat alle informatie om het bericht administratief te verwerken. De aanbieder die een declaratie-antwoordbericht ontvangt kan op basis van de meegestuurde gegevens de reactie op de declaratie verwerken in haar systeem. Dit is vooral van belang wanneer van een ingediend declaratiebericht een deel van de ingediende prestaties niet wordt toegekend. In het declaratie-antwoordbericht worden alleen de prestaties meegestuurd die zijn afgewezen. Daarbij wordt met een retourcode aangegeven wat de reden is dat de ingediende prestatie niet is toegekend. Toegekende prestaties Toegekende prestaties worden niet opgenomen in het retourbericht. Alleen de som van de ingediende bedragen van de toegekende prestaties wordt in de berichtklasse DeclaratieAntwoord van het declaratie-antwoordbericht opgenomen.	UP027	TR342, TR366
OP304	OP304: Een declaratie-antwoordbericht bevat alleen detailinformatie over clienten waarvan berichtklassen zijn afgekeurd Een declaratie-antwoordbericht bevat alleen detailinformatie over clienten waarvan berichtklassen zijn afgekeurd Clienten waarvan alle berichtklassen volledig zijn goedgekeurd worden dus niet mee teruggestuurd in het declaratie-antwoordbericht. Het declaratie-antwoordbericht bevat alleen clienten waarvan in 1 of meer Prestaties fouten zijn geconstateerd. In dat geval wordt de berichtklasse Client inclusief alle afgekeurde Prestaties retour gezonden, voorzien van de bijbehorende retourcodes.	UP027	n.v.t.
OP305	OP305: Indien een product op inspanningsbasis in stuks is gecontracteerd, moet toegewezen worden met eenheid 84: Stuks (inspanning)	UP028	n.v.t.
OP306	OP306: Het verzoek om wijziging bericht wordt gebruikt als tijdens levering van zorg en/of ondersteuning blijkt dat een ander pakket van toegewezen producten nodig is Een verzoek om wijziging bericht wordt altijd verstuurd vanuit een situatie waarbij er al geleverd wordt op basis van een of meer actuele toewijzingen. Het bericht bevat altijd de complete gewenste situatie inclusief de ongewijzigde, gewijzigde en nieuwe toewijzingen. Een verzoek om wijziging bericht kan niet gebruikt worden als er geen actuele toewijzing is.	UP032	n.v.t.
OP307	OP307: Een verzoek om toewijzing bericht wordt alleen gebruikt indien een cliënt zich met een (wettelijke) verwijzing of een open beschikking meldt bij de zorgaanbieder Een verzoek om toewijzing bericht wordt altijd verstuurd op basis van een (wettelijke) verwijzing of een open beschikking. Voor het product en de toewijzingsperiode dat met het verzoek wordt aangevraagd is er nog geen toewijzing voor dat product. Een verzoek om toewijzing bericht kan niet gebruikt worden als er al een actuele toewijzing is voor dat product voor die periode.	UP032	n.v.t.
OP308	OP308: Een aanbieder vraagt met een verzoek om wijziging bericht een samenhangend geheel aan toewijzingen aan met daarin de volledige gewenste situatie. Wanneer de aanbieder constateert dat de situatie van de cliënt verandert gedurende het leveren van zorg/ondersteuning, waardoor er een ander pakket aan zorg of ondersteuning nodig is, dan wordt dit kenbaar gemaakt met een verzoek om wijziging bericht, waarin de complete gewenste nieuwe situatie (van ongewijzigde, gewijzigde en of nieuw gewenste producten of productcategorien) wordt aangegeven.	UP032	TR349, TR350, TR351, TR352, TR353
OP343	OP343: Een verzoek om wijziging moet tijdig ingediend worden. De gemeente moet redelijkerwijs in staat zijn om op een wijzigingsverzoek te reageren voor de gewenste ingangsdatum is bereikt.	UP032	TR380
OP344	OP344: Een verzoek wordt door de gemeente uiteindelijk beantwoord met een toewijzing of een afwijzing. Een verzoek om toewijzing of verzoek om wijziging bevat 1 of meerdere toe te wijzen of te wijzigen producten. De gemeente reageert hierop met een of meer toegewezen producten in een toewijzingbericht, of geeft met een antwoordbericht te kennen dat het verzoek wordt afgewezen. Eventueel is er eerst onderzoek nodig voordat wordt toegewezen of afgewezen. Bij een verzoek om wijziging is de reactie van de gemeente altijd op het niveau van het complete verzoek, bij een verzoek om toewijzing kan de gemeente besluiten om elk aangevraagd product apart al dan niet te honoreren.	UP032	TR355, TR359, TR360, TR365, TR379
OP345	OP345: Als de gewenste ingangsdatum van een te wijzigen product uit een verzoek om wijziging in het verleden ligt, dan mag de nieuwe omvang of het nieuwe budget niet leiden tot onrechtmatigheid voor al gedeclareerde en of geleverde zorg.	UP031	TR357, TR373
OP346	OP346: Na ontvangst van een verzoek om wijziging bericht stuurt de gemeente binnen 5 werkdagen ofwel een toewijzingbericht ofwel een antwoordbericht aan de aanbieder. (Requirement). Als in het antwoordbericht VerzoekAntwoord de waarde 2 (Aanvraag in onderzoek) bevat, dan wordt uiterlijk binnen 8 weken na dagtekening van het verzoek ofwel een toewijzingbericht ofwel een antwoordbericht met in VerzoekAntwoord de waarde 1 (Verzoek afgewezen) gestuurd. Er moet altijd uiteindelijk ofwel een toewijzingbericht ofwel een antwoordbericht met in VerzoekAntwoord de waarde 1 (Verzoek afgewezen) worden gestuurd.	UP032	TR359, TR360, TR365
OP347	OP347: Het is niet toegestaan om een zorg- of ondersteuningsproduct gestapeld aan te vragen Stapeling betekent dat voor een client hetzelfde zorg- of ondersteuningsproduct meerdere keren wordt aangevraagd door dezelfde aanbieder voor (gedeeltelijk) dezelfde periode. Hetzelfde zorg- of ondersteuningsproduct betekent dezelfde productcode of dezelfde productcategorie indien productcode niet gevuld is. Indien productcategorie leeg is, geldt dat er geen ander aangevraagd product voor (gedeeltelijk) dezelfde periode naast mag staan. Verwijderde toewijzingen (waarvan de einddatum gelijk is aan de ingangsdatum en de reden wijziging is gevuld met 13 (Verwijderd)) maken geen onderdeel uit van de bepaling of er sprake is van stapeling. Deze toewijzingen worden niet gezien als actuele toewijzing. Hetzelfde geldt voor toewijzingen met reden wijziging 01 (Administratieve correctie (vervallen)) en einddatum gelijk aan ingangsdatum.	UP032	TR361, TR386, TR410
OP348	OP348: Bij honoreren van een Verzoek om Wijziging (VOW) dient het aangevraagde overgenomen te worden in het toewijzingsbericht. Het toewijzingsbericht wordt gevuld conform IV093. De ingangsdatum en einddatum van de toewijzing kan afwijken van de in de VOW gevraagde data in het geval van toewijzen met terugwerkende kracht. Het ToewijzingNummer wijkt af indien voor de gevraagde wijziging een nieuwe toewijzing afgegeven moet worden (conform OP257 en IV066).	UP032	n.v.t.
OP349	OP349: Iedere declaratie krijgt een uniek nummer per aanbieder per wettelijk domein.	UP025	TR333
OP350	OP350: Het is niet toegestaan een verzoek om wijziging of verzoek om toewijzing te sturen als een eerder verzoek nog niet is afgehandeld. Als een verzoek is beantwoord met een retourbericht dat aangeeft dat er geen technische fouten zijn, dan is vanaf dat moment het verzoek in behandeling bij de gemeente. Totdat er ofwel een afkeur is gestuurd ofwel is gehonoreerd met een toewijzing, mag er door dezelfde aanbieder geen nieuw verzoek verzonden worden voor dezelfde client.	UP032	TR374
OP354	OP354: Zorg of ondersteuning geleverd aan een client tijdens een bepaalde declaratieperiode wordt direct in de erop volgende declaratieperiode of achteraf in een latere declaratieperiode gedeclareerd.	UP025	TR335
OP355	OP355: Ieder ontvangen declaratie-antwoordbericht is gerelateerd aan een eerder ontvangen declaratiebericht De koppeling kan zowel op berichtniveau als op declaratieniveau plaatsvinden.	UP017	TR337, TR376
OP359	OP359: Indien een verzoek om toewijzing wordt afgewezen op basis van het woonplaatsbeginsel, dient de gemeente dit binnen de wettelijke termijn van 2 weken af te wijzen en de financieel verantwoordelijke gemeente terug te geven aan de aanbieder	UP004, UP032	TR377, TR409
OP360	OP360: Een prestatie mag alleen worden gecrediteerd indien deze niet eerder is gecrediteerd	UP017	TR390
OP361	OP361: Iedere aanvraag krijgt een uniek referentienummer per aanbieder per wettelijk domein	UP017	TR347, TR383
OP362	OP362: Het verwijderen van een toewijzing mag alleen indien dit niet leidt tot verlies van rechtmatigheid van geleverde en/of gedeclareerde zorg	UP031	TR385
OP363	OP363: Bij een output- of inspanningsgerichte werkwijze meldt de aanbieder een start en stop van de ondersteuning van producten waarvoor een toewijzing is ontvangen.	UP017, UP026	TR019
OP364	OP364: Regieberichten worden niet voorwaardelijk gesteld aan declaratie Het is niet toegestaan ingediende prestaties in een declaratiebericht af te keuren op basis van de start- en stopdatum in het regiebericht, of op basis van het ontbreken van een regiebericht.	UP027	n.v.t.
OP365	OP365: De aanbieder declareert een zorg- of ondersteuningsproduct met een omvang die aansluit bij de toewijzing en/of gecontracteerde afspraken.	UP027	TR321, TR322
OP366	OP366: Een prestatieregel moet eerst volledig worden gecrediteerd voordat er een correctie op deze prestatieregel kan worden ingediend Omdat een prestatieregel eerst volledig gecrediteerd moet worden alvorens er een correctie op deze prestatieregel ingediend kan worden, is het noodzakelijk dat bij de verwerking van de declaratieberichten eerst de creditregels verwerkt worden, en pas daarna de debetregels.	UP017	TR389, TR416
OP367	OP367: Een productperiode valt altijd binnen een kalendermaand	UP017	CS337
OP368	OP368: Een productperiode valt altijd binnen de geldigheidsperiode van een toewijzing	UP017	TR387, TR388
OP377	OP377: Alleen een tijdelijke stop mag zonder tussenkomst van een startbericht gevolgd worden door een definitieve stop. Een stop moet volgen op een startbericht. De enige uitzondering hierop is een definitieve stop die kan volgen op een startbericht of een tijdelijke stop.	UP017	TR414, TR415
OP378	OP378: Zonder tussenkomst van een startbericht is na een tijdelijke stop alleen een definitieve stop toegestaan.	UP017	TR413
OP379	OP379: Na een (tijdelijke) stop is het toegestaan een start te sturen.	UP017	n.v.t.
OP380	OP380: Het oprekken van de einddatum van de bestaande toewijzing voor een verlenging van de zorg of ondersteuning is verplicht. Deze werkwijze is verplicht indien de toewijzing aan alle onderstaande voorwaarden voldoet: het volume blijft gelijk of is leeg de frequentie is leeg of ongelijk aan totaal binnen geldigheidsduur toewijzing en blijft gelijk de einddatum van de bestaande toewijzing is niet verstreken op het moment dat de toewijzing wordt opgerekt en verstuurd	UP017	n.v.t.

Bedrijfsregel

Service

iStandaarden