Zorginstituut Nederland
iWmo
iJw
iWlz
iPgb
iEb

Bedrijfsregel

Op deze pagina wordt een overzicht getoond van alle regels die onderdeel zijn van iPgb 2.0.

CodeTitel en documentatieUitwerking van regel(s)Uitgewerkt in regel(s)
OP501OP501: Indien een nieuw budget wordt aangeleverd, met een verwijzing naar het oude budget, vervalt hiermee de geldigheid van het oude budget.

Indien een wijziging wordt doorgegeven op een bestaand budget, wordt altijd de volledige, nieuwe situatie meegestuurd.

De budgetverstrekker geeft de identificatie van het voorgaande budget mee. Alle FunctieBudgetten die in de eerdere aanlevering waren opgenomen, moeten opnieuw, volgens de nieuwe situatie, worden aangeleverd. Een FunctieBudget dat was aangeleverd in de eerdere aanlevering, maar niet meer voorkomt in de nieuwe situatie moet dus expliciet ingetrokken worden (budget op 0 euro en ingangsdatum gelijk aan einddatum).

UP028TR508TR562TR574
OP502OP502: Fraude wordt buiten het berichtenverkeer om gemeld. 

UP028n.v.t.
OP503OP503: Een afgegeven budget kan verlengd of verhoogd worden.

UP028n.v.t.
OP504OP504: Een afgegeven budget kan ingekort of verlaagd worden.

Herbeoordeling – inkorting/verlaging. Het wijzigen van een budget is op zich ook mogelijk door de budgetperiode in te korten (nieuwe einddatum < einddatum) of het budget te verlagen (nieuw budget < huidige bestedingen). Bij het doorgeven van een dergelijke wijziging is de budgetverstrekker aan extra regels gebonden vanwege het eventueel al besteedde budget. Voor de afhandeling van een toekenningsbericht is dit echter niet van belang. Als een bestedingsconflict ontstaat, dan verstuurt de verwerker van het bericht een budgetafsluitbericht naar de budgetverstrekker en ontstaat eventueel een declaratiestop.
UP028n.v.t.
OP505OP505: Een afgegeven budget kan ingetrokken worden.

Intrekken. Het intrekken van een budget dient door de budgetverstrekker altijd expliciet doorgegeven te worden door het budgetbedrag op 0 te stellen en de ingangsdatum van de FunctieBudgetPeriode gelijk te stellen aan de einddatum van de FunctieBudgetPeriode. Het intrekken van een budget wordt door de verwerker van het bericht afgeleid uit bugdetbedrag 0 en een einddatum die gelijk is aan de ingangsdatum van de budgetperiode. De verwerking van declaraties stopt en de verwerker van het bericht stuurt direct een budgetafsluitbericht met bestedingen. De budgetverstrekker is verantwoordelijk voor eventuele vorderingen bij de budgethouder.
UP028TR514
OP506OP506: Een afgegeven budget kan beeindigd worden.

Beeindigen. Het beeindigen van een budget wordt door de budgetverstrekker aangegeven door de budgetperiode in te korten en/of het budget te verlagen. Deze wijziging doet zich bijvoorbeeld voor bij het wijzigen van de leveringsvorm naar zorg in natura. Het inkorten van een budgetperiode naar aanleiding van een beeindiging wordt volgens het standaardproces afgehandeld.
UP028n.v.t.
OP507OP507: De verstrekker beeindigt het budget in geval van overlijden.

Overlijden: De Basisregistratie Personen (BRP)~is voor de verwerker van het bericht de bron voor het feit dat een budgethouder overleden is. Voor het betaalproces draait het om het budget en de budgetperiode. De budgetverstrekker zorgt in geval van overlijden voor een passend Budget. Dus zolang de verstrekker niets meldt gaat de verwerking van declaraties door.
UP028n.v.t.
OP508OP508: Dezelfde Zorgfunctie mag niet op één moment door verschillende verstrekkers aan dezelfde Budgethouder toegekend worden.

UP028TR016TR056TR502TR503TR506TR507
OP509OP509: De verstrekker is verantwoordelijk voor het vaststellen van een mogelijk bestedingsconflict in geval van een inkorting of verlaging van een afgegeven budget.

UP028n.v.t.
OP510OP510: De betaalinstantie stuurt een Budgetafsluiting aan de verstrekker indien er een bestedingsconflict ontstaat.

Dit geldt ook indien het bestedingsconflict betrekking heeft op het verantwoordingsvrijbedrag.

Een bestedingsconflict ontstaat bijvoorbeeld indien er al budget besteed is in een periode die naderhand gewijzigd is. Dit komt bijvoorbeeld voor bij een inkorting van de periode, aan het begin of aan het einde van de periode.

UP028TR512TR513
OP514OP514: Elke relatie krijgt een nummer om hem uniek te identificeren. Dit nummer mag niet gewijzigd worden.

UP028TR101
OP515OP515: Het zorgkantoor geeft geen gegevens van een contactpersoon mee indien de vertegenwoordiger een organisatie is.

UP028n.v.t.
OP516OP516: In alle situaties waarin een budgethouder zelf niet bevoegd is, dient de budgetverstrekker de gegevens van de vertegenwoordiger aan te leveren in dit bericht.

UP028TR515
OP517OP517: Een budgethouder kan meerdere relaties hebben met dezelfde rol.

UP028n.v.t.
OP518OP518: Een wijziging van de gegevens van de vertegenwoordiger wordt geeffectueerd vanaf de datum van verwerking van het bericht, indien deze na de ingangsdatum ligt.

UP028n.v.t.
OP519OP519: Een wijziging van de contactgegevens wordt geeffectueerd vanaf de datum van verwerking van het bericht, indien deze na de ingangsdatum ligt.

UP028n.v.t.
OP520OP520: Een toekenningsbericht bevat geen of maximaal één correspondentieadres.

Het adres van de vertegenwoordiger is alleen verplicht aan te leveren als het anders is dan het BRP-adres van de budgethouder, anders dan het opgegeven correspondentieadres van de budgethouder of niet al bij een andere vertegenwooridger een adres is opgenomen. In een 501-bericht komt altijd maar één voorkomen van de klasse Contact voor. Het adres in het 501-bericht geldt voor de ontvanger als correspondentieadres.
UP028TR516
OP521OP521: In een Budgetafsluitbericht wordt het totaal van de bestedingen aangeleverd behorend bij een bepaald Budget verstrekt door een bepaalde budgetverstrekker.

UP028TR056TR510
OP522OP522: Een Budgetafsluitbericht met RedenAfgifte 'Administratief' wordt verstuurd als de einddatum van het toegekende budget groter is dan 31-12 (dus als het budget over de jaargrens heengaat).

Het versturen van een Budgetafsluitbericht met RedenAfgifte ‘Administratief’ gebeurt 14 weken (98 dagen) na 31-12. Als een budget een einddatum van 31-12 heeft, dan verstuurt de betaalinstantie een Bugetafsluitbericht met RedenAfgifte ‘Einde’ (dus als het budget niet over de jaargrens heengaat).
UP028n.v.t.
OP523OP523: De betaalinstantie verstuurt indien sprake is van een bestedingsconflict een budgetafsluitbericht met RedenAfgifte 'Bestedingsconflict - boven budget en/of buiten budgetperiode'.

Bestedingen die niet afgedekt worden door een gewijzigde/vervangende Budget worden direct verstuurd onder het BudgetIdentificatie waaronder ze nog wel rechtsgeldig waren.
UP028n.v.t.
OP524OP524: Bestedingen die gedaan zijn vanuit een vrijwillige storting van de budgethouder worden niet meegerekend in de budgetafsluiting.

UP028n.v.t.
OP525OP525: In de Wlz gebruikt de budgetverstrekker het Budgetafsluitbericht om een vaststellingsbeschikking af te geven.

Over een periode binnen een jaar wordt een bepaald budget toegekend zonder te differentieren naar Zorgfuncties. Een Budgetafsluitbericht geeft aan hoeveel budget er is besteed in een bepaalde periode. In de meeste situaties bestaat per jaar maar één Budgetafsluitperiode in de Wlz (een heel jaar of een deel van het jaar vanaf 1 januari tot en met de einddatum van de periode vanwege een beeindiging).
UP028TR501
OP526OP526: In de Wmo gebruikt de budgetverstrekker het Budgetafsluitbericht om de definitieve Eigen Bijdrage vast te stellen.

Een Budgetafsluitbericht geeft aan hoeveel budget er is besteed in een bepaalde periode. Onder de Wmo kan het meerdere perioden per jaar zijn voor verschillende budgetten.
UP028n.v.t.
OP527OP527: De betaalinstantie dient een bestedingsconflict kenbaar te maken aan een verstrekker met RedenAfgifte 'Bestedingsconflict - boven budget en/of buiten budgetperiode'.

Het bestedingsconflict kan betrekking hebben op het FunctieBudgetBesteed en/of het VerantwoordingsvrijBedragBesteed.
UP028TR512TR513
OP528OP528: De periode van het FunctieBudgetBesteed is altijd kleiner of gelijk aan de periode van het FunctieBudget uit het toekenningsbericht, omdat declaraties die buiten de FunctieBudgetPeriode vallen niet geaccordeerd en niet betaald worden.

UP028n.v.t.
OP529OP529: Het Toekenningsbericht bevat alleen budgetten die geldig zijn nadat iPgb 2.0 in productie is genomen.

UP028TR511
OP530OP530: Indien een bestedingsconflict ontstaat bij het intrekken van een budget, dan wacht de betaalinstantie een week met het versturen van een Budgetafsluitbericht.

Dit geeft de verstrekker de kans tijdig een nieuwe situatie aan te leveren waarmee de gedane bestedingen niet meer tot een bestedingsconflict leiden.
UP028n.v.t.