Constraint

Berichtelement (Codelijst)

• ZiektebeeldStoornis (DIAGNOSECODELIJST + SUBCODE DIAGNOSECODELIJST)

Als Diagnosecodelijst de waarde 014 (classificatie van ziekten (cvz/icd-10)) heeft, dan voor SubcodeDiagnosecodelijst de waarde 04 (1e aandoening), 05 (2e aandoening), of 06 (3e aandoening) vullen.

Als Diagnosecodelijst de waarde 019 (diagnostic and statistical manual of mental disorders IV (DSM-IV)) heeft, dan voor SubcodeDiagnosecodelijst de waarde 07 (As I), 08 (As II), 09 (As III), 10 (As IV), of 11 (As V) vullen.

Als Diagnosecodelijst de waarde 021 (internationale classificatie van functioneren (ICF)) heeft, dan voor SubcodeDiagnosecodelijst de waarde 01 (mentaal), 02 (zintuiglijk), of 03 (fysiek) vullen.

Als Diagnosecodelijst de waarde 023 (visueel) heeft, dan voor SubcodeDiagnosecodelijst de waarde 12 (visueel) vullen.

Als Diagnosecodelijst de waarde 024 (auditief) heeft, dan voor SubcodeDiagnosecodelijst de waarde 13 (auditief) vullen.

Als Leveringsstatus de waarde 6 (Urgent plaatsen) heeft, dan voor LeveringsstatusClassificatie de waarde 01 (Geen passend crisisbed beschikbaar), 02 (Doorstroom crisisbed), 03 (Doorstroom ZH), 04 (Doorstroom ELV), 05 (Doorstroom GRZ), 06 (PTZ), 07 (WZD), 8 (RM/ZM) of 20 (Doorstroom Klinische GGZ) vullen.

Als Leveringsstatus de waarde 7 (Actief plaatsen) heeft, dan voor LeveringsstatusClassificatie de waarde 09 (Dreigende crisis (thuis)), 10 (Niet passende zorg), 11 ((Tijdelijk) andere aanbieder bespreekbaar) of 12 (Voorkeuraanbieder leidend) vullen.

Als Leveringsstatus de waarde 2 (Wacht op voorkeur) heeft, dan voor LeveringsstatusClassificatie de waarde 13 (Specifieke locatie/woonwens), 14 (Specifieke locatie/gespecialiseerde zorg), 15 (Partneropname), 16 (Logeren), 17 (Specifieke geografische redenen), 18 (Doorstroom naar geclusterd wonen VPT) of 19 (Geen aanvullende wens(en)) vullen.

Als Leveringsstatus de waarde 3 (Wacht uit voorzorg) heeft, dan voor LeveringsstatusClassificatie de waarde 13 (Specifieke locatie/woonwens), 14 (Specifieke locatie/gespecialiseerde zorg), 15 (Partneropname), 16 (Logeren), 17 (Specifieke geografische redenen), 18 (Doorstroom naar geclusterd wonen VPT) of 19 (Geen aanvullende wens(en)) vullen.

Leveringsstatus | Classificatie 6 - Urgent plaatsen | 01, 02, 03, 04, 05, 06, 07, 08, 20 7 - Actief plaatsen | 09, 10, 11, 12 2 - Wacht op voorkeur | 13, 14, 15, 16, 17, 18, 19 3 - Wacht uit voorzorg | 13, 14, 15, 16, 17, 18, 19

De volgende waarden zijn in combinatie met Mutatiecode toegestaan:

• Mutatiecode 12 (client wil de zorg (nu) nog niet) – 3 (Wacht uit voorzorg) of 5 (einde zorgvraag);
• Mutatiecode 17 (overplaatsing (er is een MAZ)) – 5 (einde zorgvraag);
• Mutatiecode 18 (aanbieder kan de zorg nu nog niet leveren) – 6 (urgent plaatsen), 7 (actief plaatsen) of 2 (wacht op voorkeur);
• Mutatiecode 19 (levering zorg is beeindigd - zorgtoewijzing sluiten) – 5 (einde zorgvraag);
• Mutatiecode 20 (levering zorg is beeindigd - zorgtoewijzing aanhouden) – 6 (urgent plaatsen), 7 (actief plaatsen), 2 (wacht op voorkeur) of 3 (wacht uit voorzorg);
• Mutatiecode 21 (overdracht ZTW (er is geen MAZ)) – 5 (einde zorgvraag).

Concreet betekent dit dat:

Als DatumGebruik de waarde 3 heeft, moet Datum 01-01-1900 zijn;
Als DatumGebruik de waarde 2 heeft, moet Datum 01-01-EEJJ zijn;
Als DatumGebruik de waarde 1 heeft, moet Datum 01-MM-EEJJ zijn.

Ten behoeve van het uitsluiten van empty elements in het xml-bericht.

Bij optionele elementen van het type string is het in xml toegestaan om het element leeg op te nemen in een bericht. Doormiddel van het pattern is dit niet meer toegestaan en moet er altijd vulling zijn anders dan spaties.

Ten behoeve van het uitsluiten van empty elements in het xml-bericht.

Bij optionele elementen van het type string is het in xml toegestaan om het element leeg op te nemen in een bericht. Doormiddel van het pattern is dit niet meer toegestaan en moet er altijd vulling zijn anders dan spaties.