Proces Toeleiden
Documentatie
De keten van processen in de Wlz wordt opgestart op het moment dat een client een aanvraag doet voor een indicatie voor Wlz-zorg. Voor bestaande clienten kan dit ook gaan om een aanvraag voor een herindicatie.
Bij het proces Beoordelen zijn twee partijen betrokken: het CIZ dat de indicatie stelt en het zorgkantoor dat de indicatie ontvangt. Nadat een client heeft aangegeven zorg nodig te hebben, bepaalt het CIZ op welke zorg de klant recht heeft. Dit wordt vastgelegd in het indicatiebesluit. Dit besluit wordt in het indicatieregister geregistreerd. Het zorgkantoor dat op grond van de regio waarin de client volgens de BRP woont het verantwoordelijke zorgkantoor is ontvangt een notificatie en tegelijkertijd toegang om de indicatie te mogen raadplegen.
Daarna is het zorgkantoor geautoriseerd om de indicatie te raadplegen van die client en de client te bemiddelen naar passende zorg.
Heeft de client geen recht op Wlz zorg dan ontvangt alleen de client hier melding van.
Als het CIZ voor een client een nieuw indicatiebesluit afgeeft, controleert het CIZ of er een voorgaand actief besluit is. Als dat het geval is, registreert het CIZ een vervaldatum bij het voorgaande besluit. Het zorgkantoor ontvangt hier een notificatie van.
De vervaldatum is de laatste dag waarop het voorgaande besluit nog geldig is. Dat is de dag voorafgaand aan de ingangsdatum van het nieuwe besluit. Het CIZ registreert een vervaldatum bij alle besluiten van de client die op of na de ingangsdatum van het nieuwe besluit geldig zijn (met uitzondering van het nieuwe besluit zelf).
Als het CIZ vanuit de BRP een melding ontvangt over het overlijden van een client, registreert het CIZ een vervaldatum bij alle besluiten van de cliƫnt die op of na de overlijdensdatum geldig zijn. Als vervaldatum gebruikt het CIZ de overlijdensdatum. Het zorgkantoor ontvangt hier een notificatie van.